gemeente Breda Bijlage nr. 216 aan de raad der gemeente Breda. 7 juni 1972 Voorstel tot het met de gemeente Tilburg exploiteren van een gemeenschappelijk computercentrum. In Uw vergadering d.d. 21 februari j.l. konden wij U een mededeling J')t 0 (bijlage nr. 81verstrekken inzake de samenwerking op het gebied van de automatisering. Hierin stelden wij vast, dat het voor een zo doeltreffend mogelijk gebruik van de capaciteit van de rekencentra gewenst is tot concen tratie te komen, alsmede, dat de colleges van burgemeester en wet houders van Tilburg en Breda besloten hebben U een voorstel te doen tot samenvoeging van de rekencentra van Tilburg en Breda. Thans bieden wij U hierbij het ontwerp van een besluit aan, dat voor ziet in het gezamenlijk exploiteren van één computercentrum voor beide gemeenten. De samenwerking vindt gestalte in een gemeenschappelijke regeling, ge baseerd op de desbetreffende wettelijke bepalingen. Ter toelichting van de voornaamste bepalingen van het voorliggende ontwerp gemeenschappelijke regeling zij nog het volgende opgemerkt: Volgens artikel 2 komt er een rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam, ganaamd Centrum voor Automatisering Breda-Tilburg, dat voor wat be- V (jf treft de exploitatie van de rekencentra de taken van beide gemeenten overneemt. Het Centrum wordt gevestigd te Tilburg, zulks vanwege de voorgenomen concentratie van de computers in het stadhuis Tilburg, alwaar voldoende ruimte is. In het kader van het provinciaal overleg is indertijd overeengekomen, dat de onderscheidene computer-bezittende gemeenten desgewenst ook werkzaamheden zouden verrichten voor de overige gemeenten in Woord- Brabant; voor wat betreft de regio's West- en Midden-Brabant, die door respectievelijk Breda en Tilburg worden bediend, gaat deze taak ook behoren tot die van het centrum. In aansluiting hierop ligt het tevens in het voornemen te komen tot de vorming van een afzonderlijk samenwerkingsverband van computer gebruikers waaromtrent wij U een afzonderlijke voorstel zullen aanbieden. Voor de vorming van het in artikel 4 genoemde algemeen bestuur van het centrum wijst de raad van elke gemeente vier leden aan; in dit kader wordt ook Uw voorzitter als lid van de gemeenteraad beschouwd (art.5)« Ten aanzien van de zittingsduur is, volgens artikel 7, aansluiting gezocht bij de zittingsperiode van de gemeenteraad. In het 6e lid van dit artikel is bepaald, dat een aanwijzing tot lid door de gemeenteraad weer kan worden ingetrokken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 580