Bijlage nr. 216 -in brengt laatstgenoemd college binnen drie maanden de zaak niet tot op lossing, dan kan de alsdan normaal geldende procedure worden gevolgd. Artikel 31 steunt vooral op de wil tot samenwerking; de bedoeling is te voorkomen, dat naast de automatiserings-activiteiten, waarbij het centrum betrokken is, zich nog allerlei andere activiteiten ontwikke len op hetzelfde terrein, zonder dat het centrum hierin wordt betrokken. Volgens de artikelen 33 en volgende kunnen zowel de raden van Breda en Tilburg, alsmede het algemeen bestuur, wel voorstellen doen tot ophef fing, doch het feitelijke besluit daartoe kan alleen door de gemeente raden genomen worden. In artikel 36 is bepaald, dat ten aanzien van de rechtspositie ir gunstige zin afwijkende regelingen kunnen worden getroffen voor het huidige perso neel van de bestaande centra; met name voor het personeel van de gemeente Breda zal dit in bepaalde gevallen noodzakelijk zijn, nu dit overgaat naar het in Tilburg gevestigde centrum. Ten aanzien van de kosten van het nieuwe centrum zij nog het volgende opgemerkt. Zoals hierboven reeds is medegedeeld moeten de opbrengsten van de werkzaamheden de kosten goed maken. Be enkele samenvoeging van de centra leidt - nu beide centra werken met een sluitende begroting - niet tot verhoging der kosten. Be kostenverhoging is verbonden aan de nieuw in te voeren systemen, waarvoor de thans aanwezige mankracht en machines uitbreiding behoeven. Zouden deze systemen door elke gemeente afzonderlijk worden ontwikkeld en inge voerd, dan zouden de hieraan verbonden kosten verveelvoudigd worden. Be invoering van deze systemen - waarbij wij momenteel allereerst denken aan automatisering van de bevolkingsadministratie en de financiële ad ministratie - maakt onderwerp uit van studie in daartoe in het leven ge roepen werkgroepen: deze werkgroepen zullen ons uiteraard eerst nader moeten adviseren omtrent alle aspecten van de invoering, w.o. de kosten. Een besluit tot samenwerking impliceert derhalve niet, dat zonder nadere overweging wordt overgegaan tot alle volgende stappen van automatisering. Wel zij erop gewezen, dat het in ons voornemen ligt te streven naar auto matisering van de bevolkingsadministratie met ingang van 1 januari 1974; voor 1973 betekent dit, dat slechts rekening behoeft te worden gehouden met de kosten van vervaardiging van de basisbestanden (het overbrengen van gegevens van de persoonskaarten naar magnetische banden), welke naar raming 150.000,zullen bedragen. Be budgettaire lasten bij volledige invoering van de geautomatiseerde bevolkingsadministratie zullen met in gang van 1 januari 1974 volgens de thans bekende gegevens 300.000, per jaar bedragen, verminderd met geleidelijk te realiseren: a. besparingen binnen de bevolkingsadministratie; b. besparingen bij andere administraties, vooral door gemeenschappelijk gebruik van naam- en adresbestanden; c. deelname van andere regio-gemeenten aan het systeem. Hoewel zulks enige jaren zal vergen mag er van worden uitgegaan, dat op de duur het nieuw in te voeren systeem tot verlaging van kosten in de to taal der gemeentelijke administraties zal leiden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 582