bij bijlage nr. 216 -7- 5. Het dagelijks bestuur dient de begroting in bij het algemeen bestuur en zendt gelijktijdig een afschrift van die begroting toe aan de colleges van burgemeester en wethouders van Breda en Tilburg en aan het Samenwerkingsverband M.W.B. 6. Het onderzoek van de ontwerp-begroting zal niet eerder in een vergadering van het algemeen bestuur aan de orde wordan gesteld dan na een tijdsver loop van een maand, gerekend vanaf de datum van indiening. 7. Terstond na het in het 6e lid bedoelde onderzoek, doch in ieder geval vóór 1 mei van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting meot dienen, wordt zij in afschrift toegezonden aan de raden van beide gemeenten en aan het Samenwerkingsverband M.W.B., die het in deze begroting als bijdrage in de kosten van het C.B.T. geraamde bedrag zo zij daarmede akkoord zijn, in de gemeentebegroting, respectievelijk in de begroting van het Samenwerkingsverband M.W.B. opnemen. 8. Deze raden en het Samenwerkingsverband M.W.B. kunnen bij het algemeen bestuur tegen deze begroting bezwaren inbrengen binnen zes weken na de toezending ervan. 9. Het algemeen bestuur stelt, na afloop van de in het 8e lid genoemde termijn of na ontvangst van de in dat lid bedoelde bezwaren of van het bericht van geen bezwaar, de begroting vast en zendt haar onver wijld ter goedkeuring aan gedeputeerde staten, onder overlegging van een toelichting,van de eventueel ingekomen bezwaren en van zijn be schouwingen daaromtrent. 10. Omtrent besluiten van het algemeen of dagelijks bestuur, welke leiden tot aanmerkelijke uitgaven in een dienstjaar, waarvoor nog geen begroting bij de raden is ingezonden moet het oordeel van deze raden worden gevraagd alvorens verplichtingen dienaangaande mogen worden aangegaan. 11. Het bepaalde in de voorgaande leden vindt voor zover mogelijk overeen komstige toepassing ten aanzien van begrotingswijzigingen. Artikel 28 1Degene, die door het algemeen bestuur is belast met de financiële administra tie, dient de rekening over het afgelopen jaar vóór 1 maart in bij het dagelijks bestuur. Het boekjaar is het kalenderjaar. Het dagelijks bestuur biedt deze rekening onder toevoeging van een verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, ingesteld door een door het al gemeen bestuur aangewezen deskundige en van hetgeen het dagelijks be stuur te zijner verantwoording dienstig acht, met alle bijbehorende bescheiden aan het algemeen bestuur aan. Het algemeen bestuur onderzoekt de rekening en zendt deze vóór 1 april in afschrift toe aan de raden van beide gemeenten en aan het Samenwerkingsverband M.W.B. 2. Deze raden en het Samenwerkingsverband M.W.B. kunnen bij het algemeen bestuur tegen deze rekning bezwaren inbrengen binnen acht weken na de toezending ervan. 3. Na afloop van de in het tweede lid genoemde termijn of na ontvangst van de in dat lid bedoelde bezwaren of van het bericht van geen bezwaar, stelt het algemeen bestuur de rekening vóór 15 juni voorlopig vast en zendt haar onverwijld aan gedeputeerde staten onder bijvoeging van aèle bijbehorende stukken en van de eventuele bezwaren, bedoeld in het tweede lid, en van zijn beschouwingen daaromtrent.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 590