bij bijlage nr. 216 -10- 5. Omtrent de vaststelling van het liquidatieplan moeten de beide gemeenten worden gehoord. 6. Het liquidatieplan, anders dan door overgang, voorziet ook in de financiële gevolgen welke de opheffing voor het personeel heeft. 7. Zonodig blijven de organen van het C.B.T. ook na het tijdstip van de opheffing in functie, totdat de liquidatie is beëindigd. Hoofdstuk XI Overgangs- en slotbepalingen Artikel 35 1De regeling treedt in werking met ingang van de dag, volgende op die waarop de in artikel 8 van de Wet gemeenschappelijke regelingen be doelde bekendmaking in de Nederlandse Staatscourant heeft plaatsgevonden. 2. Zij wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. 3. Burgemeester en wethouders van Tilburg dragen zorg voor de bekend makingen welke in het kader van deze regeling en de Wet gemeenschappelijke regelingen zijn vereist. Artikel 1De eerste aanwijzing van leden van het algemeen bestuur dient binnen twee maanden na de dag van het in werking treden van de regeling plaats te vinden. 2. Het personeel van de computercentra van de gemeenten Breda en Tilburg heeft, voorzover het niet binnen de gemeentedienst wordt verolaatst, aanspraak op benoeming in tenminste gelijke rang bij de dienst van het C.B.T. Het algemeen bestuur is bevoegd voor dit personeel regelingen te treffen, verband houdend met de overgang, welke mogen afwijken van die, bedoeld in artikel 25, doch de rechtspositie van het personeel in totaliteit niet ongunstig mogen beïnvloeden. Van deze regelingen wordt voorzover van toepassing op een belanghebbende, melding gemaakt in het besluit tot zijn benoeming. 3. De begroting wordt voor de eerste maal vastgesteld voor de periode aanvangende op de dag waarop de regeling in werking treedt, tot het einde van het kalenderjaar dan wel, wanneer het algemeen bestuur dit bepaalt, tot het einde van het volgende kalenderjaar. 4. De eerste rekening heeft betrekking op de periode waarvoor de eerste begroting geldt. Artikel 37 1De inbreng van bestaande inrichting en appax-atuur met toebehoren ge schiedt tegen een overnameprijs, welke wordt vastgesteld op basis van de historische kostprijs, verminderd met een overeen te komen afschrijving. 2. Het algemeen bestuur neemt zodra mogelijk de maatregelen, die ertoe zullen leiden, dat ten name van een gemeenèe lopende huurovereenkomsten betreffende het bouwkundig en mechanische gedeelte voor zover deze voor het functioneren van de dienst noodzakelijk zijn, worden overgeschreven ten name van het C.B.T.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 593