bij bijlage nr. 216
-4-
De werkwijze van het algemeen bestuur
Artikel 11
Het reglement van orde, zoals dit geldt voor de gemeenteraad van Breda,
is voor zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing op de vergaderingen
van het algemeen bestuur.
Artikel 12
1Het algemeen bestuur vergadert tenminste éénmaal per jaar en voorts zo
dikwijls de voorzitter of het dagelijks bestuur dit nodig oordeelt, of ten
minste een vijfde van het aantal leden dit, onder opgaaf van redenen,
schriftelijk aan de voorzitter verzoekt.
2. De artikelen 47 en 48 van de gemeentewet zijn van overeenkomstige toe
passing.
3. De vergadering wordt gehouden indien blijkens de presentielijst meer dan de
helft van het aantal deelnemers is vertegenwoordigd, danwel zoveel deel
nemers vertegenwoordigd zijn dat ten minste meer dan de helft van het
totaal aantal stemmen dat alle deelnemers tezamen kunnen uitbrengen, kan
worden uitgebracht.
Artikel 13
1Het algemeen bestuur vergadert in het openbaar. Het is evenwel bevoegd
met gesloten deuren te vergaderen, wanneer ten minste een vijfde van
het aantal aanwezige leden dit verzoekt of de voorzitter dit nodig oor
deelt. Artikel 49, derde en volgende leden, van de gemeentewet is van
overeenkomstige toepassing.
2. In een besloten vergadering kan niet worden beraadslaagd noch een
besluit worden genomen over;
a. het vaststellen van de begroting of van wijzigingen daarvan;
b. het voorlopig vaststellen van de rekening;
c. het doen van voorstellen tot wijziging dezer regeling^
d. het bepalen van vergoedingen voor de uitvoering van werkzaamheden
ten behoeve van deelnemers en derden;
e. het aangaan en verstrekken van geldleningen;
f. het aangaan van rekening-courant-overeenkomsten.
3. Artikel 50, lid 3 van de gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 14
1. Het lid c.q. plaatsvervangend lid dat door een aan deze regeling deelnemen
de gemeente is aangewezen.heeft in de vergadering van het algemeen bestuur
voor elke 10.000 inwoners, of gedeelte van dat aantal, één stem.
2. Voor het lid, c.q. plaatsvervangend lid dat door een aan deze regeling
deelnemend waterschap is aangewezen, stelt het algemeen bestuur het door
hem uit te brengen aantal stemmen vast. Het algemeen bestuur neemt daarbij
in acht, dat het totaal aantal aan waterschappen toegekende stemmen niet gro
ter is dan 25/' van de som dei" krachtens lid 1 toegekende stemmen.
Bij wijziging der omstandigheden, kan het algemeen bestuur in deze vast
stelling een daaraan beantwoordende wijziging brengen.
3. Het algemeen bestuur besluit bij meerdei"heid van stemmen.