bij bijlage nr. 216 -11- 2. De uittreding kan slechts plaats vinden met ingang van 1 januari van enig jaar, met dien verstande, dat de in het 1e lid bedoelde toezending van het goedkeuringsbesluit tenminste één jaar tevoren dient te hebben plaats gehad en dat uittreding niet kan plaatsvinden binnen vijf jaar na het tijdstip van de deelneming aan of de toetreding tot deze regeling. 3. Het algemeen bestuur regelt de gevolgen van de uittreding, waaronder be grepen de betaling van een uittredingssom, welke gerelateerd wordt aan de jaarlijkse, door de uittredende deelnemer betaalde bijdrage ex-artikel 26, 1e lid, sub b. 4. Indien een waterschap de deelneming moet beëindigen omdat het wordt opge heven of zijn reglement deelneming niet langer toelaat, regelt het algemeen bestuur de gevolgen van deze uittreding in overleg met gedeputeerde staten. Artikel 34 De regeling kan slechts gexri-jzigd worden door eensluidende besluiten van de gemeenteraden c.q. algemene besturen van ten minste twee derde deel van het aantal deelnemers. Artikel 35 1De regeling wordt bij besluit van het algemeen bestuur opgeheven, wanneer de raden c.q. algemene besturen van ten minste twee derde deel van het aantal deelnemers daartoe hebben besloten. 2. De opheffing gaat niet eerder in dan op de dag volgende op die, waarop het goedgekeurde besluit van het algemeen bestuur in de Nederlandse Staats courant is gepubliceerd. 3. In geval van opheffing van de regeling besluit het algemeen bestuur tot liquidatie en stelt daarvoor de nodige regelen. Hierbij kan van de be palingen van deze regeling worden afgeweken. 4. Het liquidatie-plan wordt door het algemeen bestuur, de deelnaners gehoord, vastgesteld. Op de liquidatie-rekening is het bepaalde ten aanzien van de jaarlijkse rekening zoveel mogelijk van toepassing. 5. Zonodig blijven de organen van het samenwerkingsverband ook na het tijdstip van de opheffing in functie totdat de liquidatie is beëindigd. Hoofdstuk XIII Overgangs- en slotbepalingen Artikel 36 1Burgemeester en wethouders van Breda zenden de regeling ter goedkeuring aan gedeputeerde staten en dragen zorg voor de in artikel 8 van de wet gemeenschappelijke regelingen bedoelde bekendmakingen. De daaraan verbon den kosten komen ten laste van het samenwerkingsverband. 2. De regeling treedt in werking m.i.v. de eerste dag van de maand volgende op die waarin de in het eerste lid bedoelde bekendmaking heeft plaats gehad. 3. De regeling wordt aangegaan-voor onbepaalde tijd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 608