n\e Breda
bij hi.jl ago nr. 2P3
Ontwerp-besluit
AAN DE .RAAD DER GEMEENTE BREDA
De raad der gemeente Breda;
overwegende, dat het gewenst is, dat de landschappelijke en natuur
wetenschappelijke w^aarden van de natuurgebieden? het Mastbos, Lies-
bos, Paardenbos en de Krabbebossen alsook de landschappelijke
waarden van enkele andere aansluitende gebieden beschermd worden;
dat een algehele herziening van het uitbreidingsplan in hoofd
zaken, waarin onder ineer de bescherming van bedoelde gebieden
zal worden opgenomen, in voorbereiding is;
dat het mogelijk is door het nemen van een voorbereidingsbesluit
op grond van het bepaalde in artikel 21 van de Wet op de Ruimte
lijke Ordening, juncto artikel 14 van deze wet, deze gebieden
reeds thans een bescherming te geven;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.
juni 1972, St/2/80430;
gehoord de afdeling voor ruimtelijke ordening en economische
zaken uit de raad;
gelet op artikel 21, juncto artikel 14, van de Wet op de Ruimte
lijke Ordening;
heeft beslotens
I. te verklaren dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor het
Liesbos en het aangrenzende door de spoorlijn richting Roosendaal
en de rijksweg 16 begrensde gebied, een gebied in de Achterste
Rith, het noordelijk deel van de Krabbebossen, het Mastbos en de
aan de zuid-west en zuid-oost zijde daaraan grenzende gebieden
het Paardenbos en het rondom aangrenzend gebied, zoals nader
is aangegeven op tekening nr. 43749.
II. te bepalen dat het verboden is binnen de onder I bedoelde gebieden
zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burge
meester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken,
voorzover geen bouxrwerken zijnde, of werkzaamheden, geen normale
onderhoudswerkzaamheden zijnde, uit te voeren;
a. het ontginnen, het afgraven of ophogen van de bodem met meer
dan 50 cm.
b. het vellen, rooien of beschadigen van houtgexras anders dan bij
wijze van verzorging met dien verstande dat geen aanlegvergun
ning is vereist voor het periodiek kappen van hakhout en
andere houtopstanden voorzover dit betreft de normale uit
oefening van het op het tijdstip van inwerkingtreding van
dit besluit bestaande bodemgebruik;