gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Bijlage nr. 228 St/6/80552 8 juni 1972 Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verstrekken van een lening ingevolge de woningwet aan de Algemene Woningbouw vereniging "Breda e.o.", alhier ter finan ciering van de kosten van een noodverlich tingsinstallatie in het complex 96 galerij woningen Klaverweide/Vuchtstraat In Uw vergadering van 12 november 1970 is overeenkomstig ons voorstel dd. 5 november 1970, bijlage nr. 401 besloten tot het verlenen van geldelijke steun ingevolge de woningwet aan de Algemene Woningbouw vereniging "Breda en omgeving" alhier ten behoeve van de stichting en exploitatie van een complex van 96 galerijwoningen op bouwterrein aan de Klaverweide en de Vuchtstraat. In het bestek en de prijsopgave voor dit bouwplan, hetwelk zijn vol tooiing begint te naderen, is niet opgenomen het maken van een noodver lichtingsinstallatie in elk der blokken. Deze voorziening wordt evenwel door het gemeentelijk bouw- en woning toezicht op grond van brandpr'eventieve voorwaarden geëist en is om die reden ook aangebracht in verschillende hoogbouw-complexen, welke in de laatste jaren zijn gerealiseerd. Teneinde de voornoemde bouwvereniging in de gelegenheid te stellen om de installaties te doen aanbrengen dienen haar financieringsmiddelen voor dit doel te worden verschaft, hetwelk kan geschieden door het verstrek ken van een lening ingevolge de woningwet. De N.V. Internationale Bouw Compagnie (i.B.C.) te Best, welke dit bouw plan uitvoert, bedingt voor het leveren en aanbrengen van de installa ties volgens tekening van electro?- technisch bureau Ad.Verouden te Middelbeers een bedrag van 6468,exclusief B.T.W.De totale kosten kunnen derhalve worden gesteld op afgerond 7375,Prijsaanbieding -X- en tekening doen wij hierbij toekomen In voorgaande gevallen is voor het onderhavige doel van rijkswege geen lening aan de gemeente verstrekt, omdat het aanbrengen van deze voor ziening niet noodzakelijk wordt geacht. Nochtans is ook nu weer een ver zoek gedaan om deze uitgaaf op te nemen in de door het rijk te finan cieren stichtingskosten. In ieder geval kunnen de kosten bi.;,' de vaststelling van de huurprijs in aanmerking worden genomen, waarbij dan rekening wordt gehouden met het voor deze afzonderlijke lening verschuldigde rentepercentage. Wij zijn van mening, dat dit - ook indien het rijk blijft afwijzen - om praktische redenen kan en dient te worden geconformeerd aan het percentage van de rijkslening voor dit complex.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 626