gemeente Breda
a an de raad der gemeente Breda.
w/9/75673
Bijlage nr. 232
Informatie over het vormingswerk in
9 juni 1972 West-Brabant.
In de raadsvergadering van 18-2-1971 werd een motie aangenomen
(notulen 1971, pag. 330 en 359/360), welke het verzoek aan ons
college inhield om;
1de mogelijkheid te onderzoeken om in de bestaande of een nieuwe
rechtsverhouding tussen de gemeente Breda en de Pius X-stichting
binnen het Bouvigne-complex de continuïteit van het volkshoge-
schoolwerk te verzekeren
2. bij wijziging van de onder 1 genoemde rechtsverhouding in ieder
geval plaats en ruimte voor de mogelijke voortzetting van het
volkshogeschoolwerk op Bouvigne te clausuleren;
3. bij de rijks- en provinciale overheid aan te dringen op reservering
van de reeds in 1971 in de onderscheidene begrotingen opgenomen
subsidies, dit in afx<rachting van met betrekking tot de voortzetting
van het volkshogeschoolwerk te nemen initiatieven;
4. deze motie ter kennis te brengen van de rijks- en provinciale
overheid.
Nadat het Ministerie van C.R.M. in het voorjaar 1971 bereid was de
gelden voor een verdere subsidiëring voor vormingswerk in internaats-
verband zoals dat in Bouvigne plaatsvond te reserveren,heeft het
deze reservering moeten beëindigen toen de regering omstreeks juni
1971 straffe maatregelen nam om het tekort op de begroting 1971 in
te dammen.
Deze beslissing, welke zonder raadpleging van het gemeentebestuur was
genomen, was onherroepelijk. De aanvankelijk gereserveerde gelden
werden voor andere doeleinden bestemd.
Van de stand van zaken werd ons college eerst op de hoogte gebracht
nadat het aan rijks- en provinciale overheid kennis had gegeven van
het initiatief dat het - mede op aandrang van de raad, diverse andere
groeperingen en personen - tot behoud van het vormingswerk had genomen.
De audiëntie, waarin staatssecretaris Vonhoff aan wethouder Mans gele
genheid gaf voor bespreking van deze gang van zaken, heeft daarin
geen wijziging kunnen brengen.
Gedeputeerde Staten dezer provincie zijn door ons volledig op de
hoogte gehouden, hetgeen tot herhaald overleg heeft geleid.