- Bijlago nr. 243 - het vaststellen, dat de architect van de schouwburg in het geheel van het civi c-cer.ter-plan een "volgende" taak heeft; - de mogelijkheden, tot coördinering en optimalisering van het overleg. i. Ir. januari 1964 wordt de gemeenteraad in een informele vergadering door prof. ir. Brouwer ingelicht omtrent een voluaisschets, welke voortvloeit uit de conceptie als hiervoren onder h. is vermeld, j. In augustus 1966 goeft prof. ir. Brouwer aan de gemeente raad een toelichting op de ontwerpen, die inmiddels door hem. zijn vervaardigd; in 'net bijzender wordt toegelicht het voor' het vergrete Beijerd-complex gemaakte schetsont werp, in welk ontwerp De Beijerd en het V.V.V.-kantoor als functioneel gekoppeld gedacht zijn. k. In november 1966 stelt het college van burgemeester en wethouders - ter nadei-e adstructie bij een voorstel tot verhoging van het voorbereidingskrediet - dat rekening gehouden moet worden met de schaalvergroting die zich, evenals elders, ook in Breda doorzet met de daarmede samenhangende structurele aanpassingo- en vernieuwings processen; in cat kader dienen dan ook de voarligger.de civic-oenter-planr.er. te worden gezien. Ket gevraagde .krediet wordt gevoteerd: de plannen voor het gemeente huis dienen besieksklaar te warden gemaakt en tevens gaat de gemeenteraad accoord met het verlenen van prioriteit aan de ontwikkeling van het Beijerd-complex. Enige leden van de raad dringen aan op een hernieuwde bezinning op de grondslagen, de opzet en de functie van het civio-center-plan. 1. In april 1967 dringt een aantal raadsleden in een brief aan burgemeester en wethouders erop aar., zowel de filosofie als de concrete planning opnieuw te bezien, aangezien het gevaar bestaat dat hot ontworpen plan onvoldoende aansluit op de ontwikkelingen, die zich ir. de stedelijke structuur voltrekken. .- m. In november 1969 wordt eer. krediet gevoteerd om prof. ir. Brouwer in do gelegenheid te stellen een studie te maken over de vraag, of binnen het civic-oer.ter-ontwerp een combinatie van het gedachte culturele centrum en pe centrale openbare bibliotheek - ruimtelijk gc-zier. - mogelijk is. a. In december 1969 volgt een mededeling van burgemeester en wethouders tn.b.t. de culturele acoomodaties in de stad, in welke mededeling de zienswijze van het college wordt gegeven- ten aanzien van het rapport van de werkgroep culturele acecinodatios; ter. aanzien var. het civic-oer.ter-plan wordt gesteld dat het volume, be stemd voor de Beijerd en het V.V.V.-kantoor, te klein is voor eer. combinatie van de 3eijerd, de bibliotheek en de Muziekschool. Een voorkeur wordt uitgesproken voor een combinatie var. de Beijerd en de bibliotheek, zo deze inpassing in het beschikbare volume ruimtelijk mogelijk is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 684