hekwerk/afscheidingen f 2.500,
leidingen 3.500,
kosten deskundige Kr. Houben (onteigeningprocedure) 382,
f 98.250,--
Het verschil ten opzichte van de door de rechtbank bepaalde schadeloosstelling,
zijnde f 16.848,is veroorzaakt door de volgende factoren:
1na amovering van de in hoofdzaak houten groepshuizen bleken sommige materia
len niet meer geschikt om voor de herbouw te dienen; voor de aanschaf van
vervangende bouwmaterialen moesten extra uitgaven worden gedaan;
2. in de periode tussen de uitbetaling der schadeloosstelling en de tijdstip
pen van herbouw der groepshuizen traden onvoorziene loon- en prijsstijgingen
op;
3. ten opzichte van de bestaande gebouwen werden enkele noodzakelijke verbete
ringen uitgevoerd en vernieuwingen gerealiseerd (waaronder enige uitbreiding
van de sanitaire voorzieningen) die uitgesteld waren vanaf het moment dat
bekend werd dat de groepshuizen plaats moesten maken voor de aanleg van bo
vengenoemde rijkswegen.
De stichting verzoekt een subsidie in de meerdere kosten van verplaatsing van
de genoemde groepshuizen.
In het feit dat de stichting niet in staat is gebleken de bedoelde meerdere kos
ten zelf geheel op te brengen, vinden wij voldoende aanleiding een eenmalig
subsidie te verlenen.
Nu sléchts een gedeelte van de hiervoor onder 1 tot en met 3 bedoelde extra
kosten een direct en noodzakelijk gevolg is van de onteigening en gelet op het
feit dat, indien de gemeente een bijdrage geeft, ook het ministerie van Cultuur,
Recreatie en Maatschappelijk Werk waarschijnlijk een subsidie zal verlenen van
25$ in bedoelde meerdere kosten, ofwel f 4.212,achten wij een eenmalige
subsidiëring tot eenzelfde percentage en bedrag redelijk. Het niet door subsidie
gedekte bedrag der méérkosten zal door de stichting uit eigen middelen moe
ten worden gefinancierd.
Resumerende stellen wij U derhalve voor de stichting groepshuizen N.P.V. Breda
in een gedeelte van de kosten van verplaatsing van de bij haar in beheer en ex-