'traagd, hetgeen minder bezwaarlijk was omdat het de afsluiting van dit
vrij omvangrijke project betekende.
Anderzijds is het met het oog op de continuïteit in de bouwstroom van
"Neduco" N.V. toch wel van belang, dat terzake tijdig beslissingen worden
genomen, hetgeen thans mogelijk is. 0nlang3 is namelijk tot voldoening
van het bestuur der bouwvereniging en ons college van de zijde van de
Hoofdingenieur-directeur van de volkshuisvesting en de bouwnijverheid in
Noord—Brabant de bereidheid, te kennen gegeven tot medewerking aan de rea
lisering ook van dit als afzonderlijk complex aan te merken bouwplan in de
woningwetsector.
Als zodanig is het plan derhalve, vergezeld van de aanvrage om toekenning
van de geldelijke steun ingevolge de woningwet, bereids door tussenkomst
van genoemde H.I.D. ingediend en naar ons uit een schrijven van die zijde
inzake de grondkosten van het plan bekend is, reeds in behandeling geno
men.
Op het bouwplan hebben betrekking de navolgende bescheiden, welke wij U
hierbij aanbieden*, t.w.:
a. het bestek voor het bouwen van portiekwoningen in het systeem "Coignet",
type P 130, opgemaakt door het Architectenbureau voor Industriële Bouw
"INBO" N.V. te Woudenberg, d.d. 10 december 1970;
b. de _1_e nota van wijzigingen en aanvullingen, behorende bij dit bestek,
d.d. 7 september 1971
c. de bij het bestek behorende tekeningen etc., waaronder ook de boven
reeds genoemde situatietekening, (totaal 18 stuks);
d. de technische omschrijving van de centrale verwarmingsinstallatie, dd.
23 september 1971;
e. het kleurenschema dd. 6 september 1971
f. de thermische- daglicht- en ventilatieberekening dd. 25 juni 1971;
g. de prijsaanbieding van de "Neduco" Industriële Woningbouw N.V. dd. 4
februari 1972, tot een totaalbedrag van 3.133-103,
h. de aanvrage om toekenning van geldelijke stepn uit 's rijks kas inge
volge de woningwet (woningwetformulier), ingediend door de betreffende
bouwvereniging onder dagtekening van 29 februari 1972 en toegezonden aan
meergenoemde H.I.D. dd. 14 juni 1972;
i. de berekening van de grondkosten en van de bijdrage ineens, behorende
bij de onder h. vermelde aanvrage.