gemeente Breda
Bijlage nr. 280
in de raad der gemeente Breda.
/-
september 1972
Antwoorden op door raadsleden gestel
de vragen.
VRAAG^(gesteld in de raadsvergadering dd. 24 april 1972.)
De heren Brooinans en Koertshuis merken op: naar men heeft medegedeeld
laat het onderhoud van de gemeentelijke sportvelden te wensen over.
Is het mogelijk hiernaar een onderzoek in te stellen?
ANTWOORD
Het cultuurtechnisch onderhoud van de gemeentelijke sportvelden is door de
dienst voor jeugd en sport uitbesteed aan de dienst gemeentebeplantingen
Omtrent dit onderhoud vindt regelmatig een goed overleg plaats tussen beide
diensten Aan het begin en aan het einde van een speelseizoen wordt door
de Nederlandse Sport Federatie een onderhoudsadvies uitgebracht. Kede op
deze adviezen worden de onderhoudswerkzaamheden afgestemd. Van de zijde van
de N.S.F. is steeds gesteld dat de onderhoudstoestand van de sportvelden in
Breda die van de gemiddelde sportvelden in Nederland overtreft.
Een en ander betekent geenszins dat er ter zake geen bemerkingen zijn. Een
in gebruik zijnd sportveld zal en kan nooit ideaal zijn, zeker niet aan het
einde van een speelseizoen, omdat alsdan het sportveld gedurende min negen
maanden intensief is gebruikt. Het is om deze reden dat voor de velden een
rustperiode is ingelast van 15 mei tot 15 augustus, gedurende welke periode
alle velden tevens een grote onderhoudsbeurt krijgen. Overigens is de toe
stand van de sportvelden niet alleen afhankelijk van een goed onderhoud.
Onder andere ook de leeftijd van de grasmat, teveel of te weinig gebruik,
klimatologische omstandigheden e.a. zijn daarop van invloed.
Wij hebben de stellige overtuiging dat de dienst van gemeentebeplantingen
alles in het werk stelt om de velden in een zo optimaal mogelijke conditie
verkrijgen en te behouden. Een bevestiging hiervoor vinden wij in de advie
zen van de N.S.F.
Eet onderhoud van de velden heeft in het verleden steeds de nodige aandacht
gehad; ook voorcfe toekomst zal zulks het geval zijn.