t>w
G
(t
bij bijlage nr. 213
- 4 -
Arti 1-'el 7
1. Door de Adviesraad kunnen commissies worden ingesteld ten einde de
adviesraad en het dagelijks bestuur van advies te dienen over onder
delen van zijn taak, zoals omschreven in artikel 2.
2. In elke commissie heeft ten minste één lid van de adviesraad zitting.
3. De zittingsduur van leden van vaste commissies wordt op dezelfde wijze
geregeld als voor de leden van de adviesraad, zoals omschreven in arti
kel 4.
Artikel 8.
1De vergaderingen van de adviesraad zijn openbaar. De adviesraad kan
besluiten dat bepaalde onderwerpen in besloten vergadering worden
behandeld.
2. Tweemaal.per jaar zo mogelijk in het voor- en' in het najaar wordt een
openbare vergadering van de adviesraad met secties en commissies ad hoe
gehouden. In deze vergaderingen wordt verslag gedaan van de verrichte
werkzaamheden en worden bestaande plannen in bespreking gebracht.
3. De adviesraad vergadert, buiten de in lid 2 genoemde bijeenkomsten,
ten minste zesmaal per jaar.
4. De voorzitter brengt plaats en tijdstip van de openbare vergaderingen
van de adviesraad te voren ter openbare kennis met mededeling van de
agenda
5. Indien de adviesraad dit wenselijk acht, kunnen openbare hoorzittingen
worden gehouden.
Artikel Q.
1 De leden alsmede de plaatsvervangende leden ontvangen voor de vergade
ringen van de adviesraad een uitnodiging eet vermelding van de agenda 1
en als regel de op de vergadering betrekking hebbende vergaderstukken.
Is dit laatste niet mogelijk dan liggen deze vergaderstukken voor de
leden en de plaatsvervangende leden ter inzage.
2. Eet bepaalde in lid 1 is van overeenkomstige toepassing voor de ver
gaderingen van de oommissies van de adviesraad.
Artikel 10.
In de vergaderingen nemer, de plaatsvervangende leden niet aan de discussies
en stemmingen deel, tenzij het lid, waarvoor zij als plaatsvervanger optre
den, niet aanwezig is.