Zie hiervoor het gestelde onder 3.3.2 e. de financiële verslaglegging. Zie hiervoor het gestelde onder 3.3.2 3.2.3 De overeenkomsten tussen de gemeente en de stichting en tussen de stichting en de pachter. Met betrekking tot de inhoud van de overeenkomst tussen de gemeen te en de stichting bestaan bij partijen de navolgende gedachten: a. de looptijd van de overeenkomst wordt bepaald op 5 jaar, te ver meerderen met tweemaal vijf optiejaren. Vlij achten het daarbij redelijk, dat wanneer de gemeente na ommekomst der optietermijnen tot continuering van het verhuren van het Turfschip besluit, de stichting een voorkeursrecht verkrijgt, zij het dat alsdan om trent de voorwaarden (looptijd, pachtsom, huurregeling e.d.) hernieuwd overleg met de stichting moet plaatsvinden. b. de stichting zal in de overeenkomst de van de zijde van de ge meente gevraagde garanties stellen aangaande de uitoefening van met name te noemen gemeenschapsactiviteiten in het Turfschip (carnaval, speelinstuifmuziekuitvoeringen), eventueel aan te vullen met de reservering van bepaalde dagen voor nader te noemen activiteiten, een en ander op basis van de tariefstel ling 1972, jaarlijks aan te passen middels een indexeringsclau sule. c. de stichting zal door het vormen van een onderhoudsfo.nds zeker- "heid stellen aangaande het onderhoud en de instandhouding van het interieur van het gebouw en van de inventaris; d. in de overeenkomst zullen de afspraken met betrekking tot de huur betaling moeten worden vastgelegd: zie hiervoor punt 3.2.2. Ket betrekking tot de overeenkomst tussen de stichting en de pachter (bij welke overeenkomst de gemeente dus geen partij is) geldt het gestelde aan het slot van 3.2.1: de stichting zal bij het opstellen der overeenkomst met de pachter geoonaeu zijn aan de voorwa.araen, die de gemeente in de overeenkomst tussen de gemeente en de sticu- ting heeft bedongen. Wij noemen hier ae duur van de overeenkomst, de gelegenheid tot uitoefening van gemeenschapsactiviteiten, de tariefstelling daarvoor etc.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 870