-14- mede, dat het gehele personeel van Het Turfschip moet worden ontslagen. 3.5.2 Huidige rechtspositie van het personeel Het lijkt ons juist ten aanzien van de huidige rechtspositie van het personeel - uitgangspunt voor een eventuele regeling het navolgende op te merken. a. het personeel is in dienst van de N.V.; hoewel het personeel gebruik maakt van enkele voor ambtenaren geldende regelingen (m.n. pensioenregeling en ziektekostenverzekering), zijn de personeelsleden geen ambtenaar. In dit verband verwijzen wij ter nadere informatie naar het ter inzage gelegde afschrift van de brief, welke de president-commissaris der N.V. op 11 november 1971 aan de personeelsleden van het Turfschip heeft gezonden. b. op grond van het in de aanvang van a. gestelde dient de te treffen regeling ten laste van de N.V. te komen c. bij de N.V. zijn geen financiële middelen aanwezig, die een regeling, waaraan voor de N.V. financiële gevolgen verbonden zijn, mogelijk maken. d. uit het onder c. gesteld volgt, dat de N.V. slechts een regeling aan haar personeelsleden zal kunnen aan bieden, indien en voor zover de daaruit voortvloeiende finan ciële consequenties door de gemeente worden gedragen. e. ten aanzien van die personeelsleden, die in dienst van de pachter zullen treden, moet worden verwacht, dat op hen de horeca-cao van toepassing zal zijn, terwijl hun huidige pen- sioen- en ziektekostenregelingen niet kunnen worden gecon tinueerd. 3.5.3 Standpunt van ons college. Los van alle formele overwegingen lijkt het ons juist, dat de gemeente de N.V. in staat stelt, aan haar personeel een rede lijke regeling aan te bieden. De consequenties hier van voor de gemeente zijn uiteraard thans nog niet hekend. Een volledig inzicht hierin zal Uw raad ter beschikking moeten staan op het moment, waarop Uw raad zijn definitief standpunt met be trekking tot het voorliggende voorstel inneemt. De zorgvuldig heid, waarmede de positie van het personeel moet worden benaderd, brengt met zich mede, dat het contact van de toekomstige pach-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 878