%b)
bijlage nr. 315
1
-4-
ANTWOORD
Bedoelde dubbele lichten voor fietsers komen allesn veer bij de verkeers
lichteninstallaties op de noordelijke rondweg. Voor deze installaties
worden aan de hand van de uitkomsten van verkeerstellingen nieuwe coör
dinatieschema's opgesteld. Bovendien wordt nagegaan;
a. op welke kruisingen het tweede licht voor fietsers kan vervallen;
b. hoe do eventueel te handhaven dubbele lichten op elkaar afgestemd
dienen te worden om onnodig wachten te voorkomen.
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering dd. 17 augustus 1972)
Mevrouw Willems—van Doorn: de leden van de raadsafdeling voor onderwijs,
to weten mevrouw Slockrnar.n, do hortin Kramer, Doos, van Oo or, Koortnhuis
en ikzelf, hebben met teleurstelling kennis genomen van de ministeriele
mededeling dat Breda niet in aanmerking komt voor het toegezegde samen
werkingsproject, een experiment dat een eerste stap zou inhouden naar
integratie van. beroepsbegeleiding en vormend onderwijs. Wij kunnen ons
voorstellen dat dit besluit voor alle betrokkenen een grote slag betekent,
te meer daar men eerst de teleurstelling heeft moeten verwerken over het
niet doorgaan van het experiment streekcentrum met wetenschappelijke bege
leiding. Terecht hebben de werkende jongeren en de vormingsinstituten
in Breda daarna hun hoop gevestigd op het alternatief van een samenwer
kingsverband, een hoop die na de brief van de minister nu vervlogen is.
Ret klem doet de afdeling voor onderwijs een beroep op het college aan
deze kwestie de volle aandacht te besteden en zo spoedig mogelijk alle
pogingen in het werk te stellen om dit project in 1972 alsnog gereali
seerd te krijgen.
Tot slot een korte informatieve vraag: welke materiële consequenties
brengt een samenwerkingsinstituut met zich mee in tegenstelling met een
samenwerkingsproject?
ANTWOORD
Bij schrijven van 23 augustus 1972 hebben wij de minister van onderwijs en
wetenschappen medegedeeld, dat wij er met teleurstelling kennis van
hadden genomen, dat hij aan het bestuur van de stichting streekcentrum
Breda had medegedeeld, dat het samenwerkingsproject met ingang var. het
cursusjaar 1972/1973 geen doorgang kon vinden.
In het belang van de werkende jongeren en de goede verstandhouding tussen
de samenwerkende instituten (beroepsbegeleidend onderwijs en vormingswerk)
hebben wij het streven van da plaatselijke begeleidingscommissie ondersteund