gemeente Breda
33H 08 r33u der Qemeenfe Bredd. diet voor het verlenen van een bijdrage
4
Bijlage nr. 529
Voorstel van burgemeester en wethouders
'jij o J het beschikbaar stellen van een kre-
St/2/68427
29 september 1972
in de kosten van de bouw van een nieuwe
Schelebrug.
i
Door het waterschap "De Boven-Mark" is de rivier de Mark bovenstrooss van
Breda genormaliseerd en verbeterd. Als gevolg hiervan kon de Schelebrug,
die bestond uxt een houten wegdek op ijzeren leggers en die overigens
in zeer slechte staat verkeerde, niet worden gehandhaafd en moest tot de
bouw van een nieuwe brug worden overgegaan. De gemeentegrens tussen Breda
en Nieuw Girmeken loopt midden over de Schelebrug, zodat de nieuwbouw in
gezamenlijk overleg diende te gebeuren. Het waterschap "De Boven-Mark"
verklaarde zich bereid bij de bouw van de nieuwe brug medewerking te ver
lenen in deze zin, dat het bereid was de werkzaamheden te coördineren en
de contacten te leggen, die nodig waren om die werkzaamheden zo voordelig
mogelijk te kunnen uitvoeren. Tot het leggen van bedoelde contacten behoor
de het plegen van overleg met de Cultuurtechnische Dienst, die werken, die
in het belang van de landbouw totstand dienen te worden gebracht, subsi
dieert. Voor het bepalen van de breedte van een brug hanteert deze dienst
normen, die aangelegd worden in het belang van het gebruik ten behoeve van
de landbouw. In dit geval hadden onderhandelingen tussen het waterschap er.
genoemde dienst tot resultaat, dat de CTD een subsidie toezegde tot 81# in
de kosten van de bouw van een brug met een breedte van 6.00 nu De niet ge
subsidieerde kosten moeten gezamenlijk door Nieuw-Ginneken en Breda worden
gedragen
Met het oog op de toekomstige ontwikkeling van het recreatiegebied "De. Oal-
derse Keren* en de omstandigheid, dat de ontsluitingsweg voor dit gebied ge
projecteerd is over de Schelebrug hebben wij ons beraden over de vraag of
een brug met een breedte van 6.00 m voor dit doel voldoende geacht kan
worden. Op 4 december 1969 heeft de Grontmij N.V. een rapport* uitgebracht,
waarin op basis van een globale benadering van het te verwachten verkeer
in de omgeving van de Galdere Keren de conclusie getrokken wordt, dat de
wegen, die dit verkeer zullen moeten verwerken en de daarin voorkomende