'aan de raad der gemeente Breda St/3/87540 28 september 1972 Uit een onderzoek is gebleken, dat de woningen Duitenhuisstraat 5, 7, 9 '"-V en 11 ongeschikt zijn ter bewoning. De gebreken zijn van dien aard, dat de kosten, verbonden aan het wederom in bewoonbars staat brengen van de woningen, economisch niet verantwoord zijn. De woningen zullen derhalve ingevolge het bepaalde in artikel 33, Ie lid van de woningwet onbewoon baar moeten worden verklaard. Wij mogen Uw raad voor de resultaten van het ingestelde onderzoek ver wijzen naar de voor U ter visie gelegde rapporten van de dienst van open bare werken en de adviezen van de inspecteur van de volkshuisvesting*, die wij overeenkomstig het bepaalde in genoemd artikel der woningwet heb ben ingewonnen. Wij stellen U voor tot onbewoonbaarverklaring van deze woningen te besluiten overeenkomstig de ter visie gelegde ontwerp-be- sluiten*. De ontruimingstermijn ware daarbij te stellen op zes maanden, welke ter mijn ook door de inspecteur wordt geadviseerd. Een eventueel afwijkend advies van de afdeling voor openbare 'werken zal "J (j£j| nog worden medegedeeld. Burgemeester en wethouders van Breda Merkx burgemeester Van den Dam secretaris. Voorstel van burgemeester en wethou ders tot onbewoonbaarverklaring van diverse woningen. liggen ter visie in de leeskamer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 933