0
2
- 3 -
Bijlage nr. 342
en
ing
0-
kun-
n
1-
)67
mede
se
9-
t deze
den.
gde
eek
reid
en
aanvankelijk werd voorzien, vooral omdat er naar gestreefd is de konsekwen-
ties onder andere voor het personeel zoveel mogelijk tevoren te regelen.
Het is begrijpelijk dat hierdoor wederzijds soms enig onbehagen is ont
staan. De periode tussen het besluit ten principale en de realisatie van
de voorgenomen struktuurwijziging is namelijk moeilijk omdat var. besturen
in feite niet kan worden gesproken en de bestaande onrust en onzekerheid
blijven voortduren.
De principiële bereidheid tot medewerking aan de instelling van een kommis
sie ex artikel 61 van de gemeentewet stelt het bestuur afhankelijk van een
aantal voorwaarden. Samengevat luiden deze voorwaarden:
a. de belangen van de konsument, de burger uit Breda en omgeving, dienen
minimaal op het bestaande voorzieningenpeil te worden gehandhaafd;
p
b. minimaal dezelfde oppervlakte aan m ten behoeve van het bibliotheek
werk dient te worden gewaarborgd;
0. de positie van alle personeelsleden dient te worden gewaarborgd, zowel
ten aanzien van hun funktie en positie als ten aanzien van hun pensioen
aanspraken.
Wij gaan thans in op de konsekwenties van de struktuurwijziging.
1De bestaande rechtspersonen:
De instelling van een kommissie ex artikel 61 zou naar de mening van alle
betrokkenen likwidatie van de bestaande rechtspersonen moeten inhouden.
Het handhaven van deze rechtspersonen maakt de struktuur namelijk ondoor
zichtig, betekent dat de verantwoordelijkheid teveel wordt verdeeld en
kan een bron zijn van nieuwe moeilijkheden. Bovendien is de vermenging
van de bestaande privaatrechtelijke instellingen en de publiekrechte
lijke instelling ex artikel 61 wezensvreemd. Likwidatie zou de moeilijk
heid opleveren dat het samenwerkingssubsidie van rijkswege, waarvan de
hoogte op basis van de begroting 1972 op 133.OCO,ligt, verloren
gaat. Op grond van de in 1967 geformaliseerde samenwerking ontvangt de
Stichting Verenigde Openbare Bibliotheken via zijn oprichters dit samen-
werkingssubsidie. V/ij hebben er bij de minister op aangedrongen terwille
van een doorzichtige struktuur de eis van het blijver» voortbestaan van
twee samenwerkende instellingen te laten vallen en wij hebber» daarbij
naar vorer» gebracht dat de nieuwe struktuur uitsluitend een gevolg is
van de bereidheid tot samenwerking. De minister heeft laten weten dat
hij akkoord gaat met de oplossing, maar geen mogelijkheid heeft tot het