Bijlage nr. 342 toekennen van dit saaenwerkingssubsidie, indien de saraenwerkings- konponenten ontbreken. De samenwerkingssubsidie blijft onverlet wanneer de thans daarvoor verantwoordelijke organisaties de fakto hun aktiviteiten, daaronder begrepen onroerende en roerende goe deren en personeel, inbrengen in de kommissie ex artikel 61. Ir. dat geval blijven de inbrengende komponenten de jure bestaan. Hierover is overleg gepleegd met de besturen. De besturen zijn bereid deze suggestie te volgen. In konkreto betekent dit dat de in de Stich ting "/erenigde Openbare Bibliotheken participerende komponenten zich verbinden tot feitelijke overdracht aan de kommissie ex artikel 61 en verder zich onthouden van aktiviteiten. Een ontwerp-samenwerkings- overeenkom3t is als bijlage 4 bij dit voorstel gevoegd. De likwidatie van de Stichting Verenigde Openbare Bibliotheken kan wel worden geëffectueerd. Personeel: Aan het personeel kan ons inziens de waarborg worden gegeven dat het personeel dat op hex tijdstip van het raadsbesluit tot struktuurwijzi- ging ir, dienst is van de Stichting Verenigde Openbare Bibliotheken en voor zover het dat wil, in dienst kan treden van de gemeente in dezelfde funktie er onder ten minste gelijkwaardige salariëring. De mobiliteit van het bibliotheekpersoneel kan door een struktuur- wijziging worden beïnvloed. In een overleg met het bestuur is de konklu- sie getrokken dat een wijziging van de struktuur geen werkelijke moei lijkheden zal opleveren ten aanzien van de mobiliteit voor het zittende personeel Een struktuurwijziging in de door ons gewenste zin houdt in dat het personeel van de stichting, dat thans deelnemer is van de Stichting pensioenfonds Bibliotheekpersoneel, overgaat naar het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds. Dit betekent dat de premiegrondslag voor wat betreft de pensioenaanspraken bij de Stichting Pensioenfonds Bibliotheekpersoneel (weliswaar waardevast), wordt gefixeerd op het tijdstip van overgang en houdt in dat het toekomstig karrifereverloop (periodieken zowel als promoties) niet meegenomen wordt over de in het verleden verkregen pen sioenjaren. Ha overleg met de stichting en een aantal deskundigen menen wij dat een kompensatieregeling in deze een oplossing kan bieden. De regeling, waarover overeenstemming is bereikt, sluit degenen die minder dan vijf deelnemersjaren in de stichting hebben uit, omdat het in die gevallen over zeer geringe bedragen gaat. De gemeente Breda verbindt zich

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 948