GEMEENTE SREDA Bijlage nr. 344 vorvoJebSaG® GEMEENTE sing sou worden gevonden voor de consequenties, welke voor het Waterschap voortvloeien uit de oms tar.digheiddat deze school niet onmiddellijk ter beschikking van het 'Waterschap kont. Daarnaast deelden de betrokken stich tingen mede, bereid te bljjven aan de totstandkoming van een regeling tot beëindiging van de huur- en gebruiksrechten mede te werken, terwijl het be stuur van de Gezinszorgschocl zijn medewerking toezegde ten aanzien van het vrijmaken der school. Cp grond van het vorenstaande hebben wij besloten, het overleg met de betrok kenen te heropenen. 3. Goals wij in onze meergenoemde brief van 22 september j.l. stelden, zijn wij bij dat overleg ervan uitgegaan, dat een regeling met de stichtingen, noodzakelijk geworden door het niet vrij kunnen opleveren van de Gezinszorg- school, ziet zou mogen leiden tot een vermindering van het voor do gemeente uit ce aanvankelijke transacties voortvloeiende voordelige saldo ad 150.000, terwijl wij or.s tevens op het standpunt stelden, dat de aanvankelijk overeen gekomen crediteurenregeling (voor 1CO/Ó voldoen van bepaalde crediteuren, waar onder de gemeente alsmede een passende regeling voor de overige crediteuren) onverkort gehandhaafd diende te blijven. Ir. hot overleg diende voorts betrokken te worden, dat het Waterschap -door het riet onmiddellijk kunnen betrekken van de Cezinszorgschool- genoodzaakt werd middels de realisering van een semi-permanent gebouw een oplossing voor de ontszane huisvestingsproblemen te bereiken: de kosten van bouw en inrich ting zijn door het Waterschap op ongeveer 150.000,geraamd. Daarnaast stel de het Waterschap tegenover de gemeente de voorwaardedat betaling van de koop som van het complex -voozoyer die koopsom betrekking zou hebben op de school- eerst plaats zou vinden op het moment, dat die school ook inderdaad ter vrijeW^ beschikking van het Waterschap zal worden gesteld. Wij merken hierbij op dat zo de gemeente aan deze -overigens redelijke- voorwaarde zou voldoen, dit zonder een nadere regeling te treffen zou leiden tot een aanzien lijk renteverlies voor de gemeente, hetgeen in strijd i3 met de hiervoren gefor muleerde handhaving van het voordelige saldo uit beide transacties. 7. Wij hebben dar. ook in het overleg met de vertegenwoordiger van de Pius X- stichtir.g en de beide Bouvigne-stichtingen, de heer mr. J.H.Jacobs, de voor waarde gesteld, dat zowel de financiële consequenties van de semi-permanente huisvesting alsook de financiële consequenties van de uitgestelde betaling van de koopsom van de school voor rekening van de stichtingen zouden moeten komen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 971