aan de raad der
jemeente Breda
1
z/-
A.ntwoorden op door raadsleden gestelde
vragen.
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 26 februari 1973)
De heer Mensen: Een aantal gemeenten in Nederland, waaronder ook grote,
heeft om het menselijk leed in Vietnam te lenigen een aantal gemeenten al
daar geadopteerd. Eet college van burgemeester en wethouders van Groningen'
is met betrekking tot deze zaak zelf met een voorstel gekomen.
Onze fractie verzoekt het college ons te informeren over de mogelijkheden
die de gemeente Breda in dezen zou kunnen hebben o.m. door informatie over
de ontwikkelingen die elders in ons land, vooral in grote steden tot een
besluitvorming hebben geleid.
ANTWOORD
Tijdens een interpellatie op 30 mei 1972 van minister Geertsema door de heren
de Gaay Portman en Fransen is duidelijk geworden dat slechts in een aantal
gevallen raadsbesluiten tot het verstrekken van ontwikkelingshulp niet zul
len worden vernietigd door de Kroon.
Van primaire betekenis is daarbij dat het een uitgave betreft die mede dient
ter behartiging van de geestelijke belangen van de eigen inwoners. Gedacht
^»kan daarbij worden aan die uitgaven die een plaats vinden in het kader van
- de ontwikkeling van de samenwerkingsgedachte in de gemeente. Wij menen nu
dat door de diverse acties voor hulpverlening aan Vietnam reeds een zodanige
mate van bewustwording en betrokkenheid is gegroeid en tot uitdrukking is ge-
komen dat een gemeentelijke bijdrage niet meer geacht kan worden mede de
geestelijke belangen van de eigen inwoners te behartigen.
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 15 maart 1973)
De heer America: ofschoon het al erg laat is, wil ik toch nog een korte vraag
stellen. Vanavond zijn twee agendapunten blijven liggen. Nu er aldus een
maand uitstel is, zou ik willen weten of alvast begonnen kan worden met één
probleem aat nog vergeten i3 bij de ombouw van de afdelingsvergaderingen
naar de adviesraden, namelijk dat er al .'staande adviesraden zijn, met
-
bijlage nr. 224