Overigons zou een verdubbeling van de opbrengst het kostendekkingspercentage
slechts doen stijgen van circa 10 naar circa 20zodat ook dan van continu
eren naar de mening van ons college zou moeten worden afgezien. In het ver
leden is weliswaar overwogen gTof huisvuil niet gratis te doen zijn voor be
trokkenen. Met het oog op de relatie, welke ongetwijfeld bestaat tussen het
gratis ophalen van grof huisvuil en het optreden van klandestiene stort
plaatsen is gekozen voor doorberekening in het huisvuilrecht. Het gratis
karakter van deze service is dusin zoverre schijn dat de last van enkelen
in dit geval gedeeld wordt door allen. Er wordt dus indirect voor betaald.
^Het college is met U van mening dat glas niet direct milieuverstorend werkt,
doch kan niet overzien of en zo ja, in welke mate een probleem in deze sfeer
voor de naaste toekomst moet worden verwacht. In dat geval kan worden gesteld
dat tot inzameling van glas te allen tijde kan worden overgegaan.
Zie vervolg biz. nr. 37.
VRAAG: heer van Merkom (gesteld in de raadsvergadering van 14 december 1972).
(Dit is de rondvraag van de vorige vergadering).
In het Stadsblad van 31 november 1972 heb ik over de vestiging van de Bijenkorf
het navolgende gelezen: "De gronden waarover het gaat zijn weliswaar al eigen
dom van de gemeente, maar zullen ten dele nog ontruimd moeten worden, waardoor
er een nieuw bestemmingsplan voor de binnenstad zal moeten worden ontworpen.
Deze procedure vergt nogal wat tijd, o.a. door de inspraak die de stedebouw-
kundige adviesraad hierbij heeft. Eind 1974 kan, als alles meewerkt, met de
bouw worden gestart. De vorm van het gebouw en de naam van de "store" zullen
binnenkort worden bekendgemaakt. Wel staat het al vast dat het een vrijstaand
zelfbedieningswarenhuis wordt zonder bovenverdieping; alles komt dus gelijk-
vloers".
Ik heb naar aanleiding van deze regels in het Stadsblad de navolgende vragen:
1. Is Uw college van mening dat bij een eventuele vestiging van een zo groot
bedrijf binnen onze singels - het grootste bedrijf binnen de singels van
Breda - en aan de rand van de binnenstad zeer voorzichtig zal moeten worden
gehandeld ten aanzien van de verschijningsvorm van het gebouw, de schaal en
de parkeergelegenheid?
2. Op welk moment denkt Uw college de stedebouwkundige adviesraad hierover te
horen?
3. Welke maatregelen denkt Uw college nog te kunnen treffen om bij een eventu
ele vestiging van de Bijenkorf in stedebouwkundig en architectonisch opzicht
een harmonisch geheel ten opzichte van de binnenstad te bereiken?