Zouden er ten aanzien van de bebouwingsvoorschriften stringente eisen kunnen
worden gesteld?
Mijn vragen komen eigenlijk hierop neer: wordt het te ontwerpen bestemmings
plan aangepast aan de Bijenkorf of is het nog -mogelijk dat de Bijenkorf, met
name de directie van de Bijenkorf, haar plannen aanpast aan onze binnenstad?
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 25 juni 1973)
de heer Veelenturf: Haar aanleiding van een aantal persberichten wil ik de
volgende vragen stellen. In het dagblad "De Stem" van 16 juni wordt vermeld
dat het Bijenkorf-concern akkoord gaat met de voorwaarden die door het col
lege zijn gesteld voor de vestiging van een superstore in Breda. In de Volks
krant van 21 juni 1973 lees ik dat de gemeenteraad van Muiden een aanvankelijk
afwijzend standpunt in verband met een in die gemeente te vestigen superstore
gewijzigd heeft onder druk van het Bijenkorf-concern, zulks in verband met
een mogelijke schadeclaim van bijna 12,4 miljoen. Vandaag heb ik weer een
uitvoerig bericht in de Stem gelezen over de vestiging van de superstore. In
aansluiting op het schrijven van de heer Sandberg aan Uw college zou ik willen
vragen of het college in zijn onderhandelingen met het Bijenkorf-concern niet
reeds in zodanig stadium is dat straks ook voor Breda de weg terug niet moge
lijk is. Vindt het college het juist dat veel informatie betreffende de ves
tiging van de superstore de raad voornamelijk via persberichten bereikt?
VRAAG
Drs. D. Dees: ingevolge artikel 14 van het R.v.O.
I. Vragen betreffende de voorgenomen vestiging van een superstore door het
Bi.ienkorf-concern nabi.i het Turfschip
113 het waar dat deze voorgenomen vestiging geen hooggekwalificeerde "Bij-,-
ehkorf", zoals b.v. Rotterdam en Eindhoven die kennen, betreft,' maar een
superstore, die een breed assortiment massa-artikelen zal gaan voeren?
2. Zo ja, erkent Uw college dan dat vestiging van deze superstore te Breda
verstrekkende gevolgen kan hebben voor het bestaande winkelapparaat in
stad en regio?
3. Kan Uw college bevestigen dat elders in den lande bij plannen tot vestiging
van superstores, hypermarkten enz. in steeds sterkere mate de noodzaak van
distributie-planologisch onderzoek werdt erkend?
4. 13 het waar dat Uw college bij de beleidsbepaling ter zake voornamelijk is
uitgegaan van een rapport van de sociografische dienst?