-12-
-13-
oor de
n be-
jke
en, ter
en gekre-
gesteld
juni 1973
17 april
den bij
1973,
s college
eda in
en verle-
elicht
jk. Bureau
sociogra-
ing van een
haar voo-t-
f
del3 was
voortgezet,
itische
heeft ons
>p het ter-
s van de
bewinke-
e N.V. KBB
a. een relatief aanzienlijke vermindering van de netto-vloeroppervlakte;
b. een zodanige situering en indeling, dat het gebouw een schakelfunctie
tussen stadscentrum en Turfschip vervullen zal;
c. een in de bestaande structuur passende situering en vormgeving;
d. een verantwoorde oplossing voor de parkeerproblematiek.
Op basis van deze voorwaarden is het overlég voortgezet.
Op 5 april 1973 hebben wij bij brief nr. St/o/5810 - waarvan een kopie is
bijgevoegd - aan de N.V. KBB bevestigd, dat wij in beginsel positief staan
ten opzichte van de superstore-vestiging, dat nader overleg met betrekking
tot de door ons gestelde uitgangspunten nog zal moeten volgen, terwijl wij
tevens een indicatieve grondprijs hebben opgegeven.
Bij brief van 6 juni 1973 - waarvan een kopie i3 bijgevoegd - heeft de NV
KBB op onze brief van 5 april 1973 gereageerd.
Wij menen, dat vorenstaande algemene informatie van nut kan zijn in het
kader van de hierna volgende beantwoording van de gestelde vragen.
A. Vragen van de heer ir. van Merkom d.d. 14 december 1972.
1. Uit het vorenstaande (zie c en d) moge blijken, dat wij deze vraag be
vestigend beantwoorden;
2. wij zijn voornemens het advies van de Stedebcuwkundige Adviesraad in te
winnen, zodra ten aanzien van situering en vormgeving van het gebouw,
alsmede ten aanzien van de te kiezen parkeeroplossing een naar on3 oor
deel aanvaardbaar plan is ontwikkeld; zeker ten aanzien van de parkeer
problematiek is - zoals uit meergenoemde brief van de N.V. blijkt - nog
het nodige te doen. Wij achten het niet juist in dit stadium in fasen
het oordeel van de Stedebouwkundige Adviesraad omtrent facetten van het
plan in te winnen;
3. een en ander zal mede afhangen van de uiteindelijke situering en vormge
ving van de superstore-vestiging; in het op te stellen bestemmingsplan
zal uiteraard het aspect van de aansluiting bij de binnenstad gestalte
dienen te krijgen.
B. Vragen van de heer drs. Pees d.d. 17 april 1973.
I. 1. ja;
2. ja, waarbij men over de aard der verstrekkende gevolgen verschil
van mening kan hebben;
3. ja;