- 23 - ontworpen en kan worden bezien of vooruitlopend op' de herbouw met het maken van een beter rioleringsstelsel kan worden be gonnen. VRAGEN gesteld ingevolge art.40 van het R.v.O.) Heer Crul: 1De militaire terreinen in de binnenstad zijn reeds vaak in relatie tot de hierna te noemen gemeentelijke zaken een punt van bespreking geweest. De bedoelde gemeentelijke zaken waren o.a. - de bebouwing van de haagse beemden j - de inrichting van de binnenstad - het huisvestingsprobleem - verschillende economische en ruimtelijke aspecten - mogelijke vervangende terreinen in stad of regio 2. Voor zover onze informatie strekt werd van de zijde van de militaire instanties over deze kwestie steeds een nogal starre opstelling ervaren. Sinds het optreden van de regering den Uijl zijn een aantal beleids voornemens bekend geworden over de functie van de binnenstad en het militaire apparaat, die wellicht een andere benadering van het genoemde probleem te zien zouden kunnen geven. 3. Met verwijzing naar het vorenstaande, verzoeken wij U a. op korte termijn een nieuw gesprek met de militaire instan ties en de regering over een mogelijke overname van de mili taire terreinen en opstallen in de binnenstad aan te vangen b. in verband met de komende debatten over de haagse beemden en de binnenstad de raad z.°5H. over de resultaten van het ge sprek te informeren. ANTWOORD Zoals wij reeds in onze brief van 22 februari 1973, nr.St/O/93767, gericht aan mevr. ir. E.M. van Nes-Brands en in afschrift toege zonden aan de overige leden van de raad, hebben medegedeeld, is met de vertegenwoordigers van de verschillende bij de problematiek be trokken militaire instanties de afspraak gemaakt, dat het lopende overleg om te komen tot verwerving van militaire complexen zal worden voortgezet. Hoewel wij de mogelijkheid van een gewijzigde opstelling aan de zijde van de betrokken militaire instanties niet uitsluiten, blijven

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 1033