b. Aan het Provinciaal Bestuur van Brabant zeer dringend te
verzoeken op korte termijn'uitvoering te geven aan de
motie inzake de 2e nationale luchthaven van de raad van
de gemeente Breda d.d. 18 januari 1973,
speciaal "vxb de volgende onderwerpen
- studie over de welzijnsconsequenties voor Brabant;
- het instellen van een stuurgroep uit provinciaal bestuur
en regio's teneinde de studie over de consequenties voor
Brabant te begeleiden
- inspraakprocedures voor Brabant op te'zetten.
ANTWOORD
Naar aanleiding van Uw-bovenaangehaald schrijven aan de voor
zitter van de Raad, waarin.U onder 5, a en b, een tweetal vragen
met betrekking tot de voorlichting en inspraak-procedure 2e Na
tionale Luchthaven stelt, berichten wij U het volgende.
Nadat op 18 januari 1973 de nota inzake de mogelijke vestiging
van een 2e Nationale Luchthaven in West-Brabant door de gemeente
raad was behandeld en met algemene stemmen een motie was aanvaard
en door ons college overgenomen, hebben wij de nota .en de motie
verzonden aan de minister van verkeer en waterstaat, het provin
ciaal bestuur, het contactorgaan West-Brabant, de besturen van de
regio's Bergen op Zoom, Roosendaal en Breda, de besturen van de
Westbrabantse gemeenten, zomede aan de adviescommissie 2e Natio
nale Luchthaven.
Bovendien hebben wij nog aan verschillende instanties en groepe
ringen bedoelde stukken doen toekomen. Genoemd kunnen worden: de
stichting centraal comité anti-bulaerbaan en de werkgroep lucht-
haven en welzijn.
Allerwegen blijkt de belangstelling voor deze gewichtige zaak te
groeien.
Het contactorgaan West-Brabant tracht de verschillende informatie
stromen en vragen om inspraak zoveel mogelijk te coördineren. Zo
heeft het contactorgaan het initiatief genomen tot bijeenkomsten
te Bergen op Zoom, Roosendaal en Breda, alwaar het lid van gede
puteerde staten, de heer Mr. G.Ph. Brokx informatie heeft verstrekt.
De inlichtingen bleken niet volledig te kunnen zijn, daar immers
de studies en onderzoekingen nog niet zijn afgerond. Zulks blijkt
ook uit het antwoord van gedeputeerde staten op een vraag van het