Do heffing, aio hiervoor onder 2 a, en b. bedoeld, bedraagt y,'o van de vergoe dingen, waarover de ennetbcIr3ting ter zake van de aldaar bedoelde leveringen en diensten wordt berekend. In het geval, onder 2 c. bedoeld, bedraagt de heffing Jji van de kostprijs van de verbruikte energie. Deze kostprijs wordt geacht 0,02 por kilowattuur te bedragen. Deze laatste categorie betreft degenen, die te eigen behoeve stroom opwekken. Aangezien voor hen de heffing rechtstreeks door of vanwege het Ministerie van^ Economische Zaken plaat3 heeft kan deze categorie hier nu verder onbesproken worden gelaten. De heffing heeft een tijdelijk karakter; de heffingsbepalingen vervallen in ieder geval ultimo 1979. Dn de eerstkomende jaren zal de heffing -zoals gestold 3:- bedragen, daarna circa 2]'-. Voor de gemeente is, als distribuante van eléctriciteit, van belang, dat de heffingen, als hiervoor onder 2 a. en b. bedoeld, worden geheven van degene, die de levering of de dienst verricht. Krachtens artikel 9 van de wet kan de heffing terzake van leveranties op lopende overeenkomsten zonder meer'worden teruggevorderd van degenen, aan wie de goederen of diensten worden geleverd c.q verleend. Voor nieuwe overeenkomsten is de terugvordering contractueel te rege- Ion, De formele regeling van een en ander voor de gemeente bestaat uit: n. clausulering van de terugvordering in nieuwe contracten met grootverbruikers b. wijziging van de verordering, regelende de tarieven voor de levering van elektriciteit onder lage spanning, giaDeze contracten worden krachtens delegatie afgesloten door de directeur van het energie- en waterbedrijf. Hij zal zorg dragen voor de juiste clau sulering, een en ander overeenkomstig de door de PNEH voorgeschreven stan daard vo 0 rwenrd e n ad_._bI. Wijziging van genoemde verordening dient te geschieden bij raadsbesluit. Dienaangaande adviseren wij U in het hierna volgende punt 7.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 1100