bijl. nr. 256 -2- Daarenboven wordt aanpassing aan de jaarlijkse verhoging van het huurpeil tot het tijdstip waarop de werken zijn voltooid voorgestaan. De huidige huurprijzen bedragen respectievelijk 61,20 en 64,20 per maand. Bij de departementale berekening van het na de renovatie optredende exploitatie tekort is ook van deze hogere huuropbrengsten-uitgegaan, met als resultaat voor hot eerste jaar een tekort van 65.809,08." Voor zover dit tekort niet uit de reserve voor buitengewoon onderhoud en woningverbetering dan wel uit de reserve 20$ batige saldi kan worden gedekt, is in beginsel de bereidheid aan wezig te bevorderen, dat in het alsdan nog bestaande tekort door het rijk voor 75$ wordt geparticipeerd, mits de gemeente de resterende 25 voor zijn reke ning neemt. Deze reserves zijn door het rijk ook reeds als eerste dekkings bron aangewezen bij de toekenning van financiële steun voor de renovatie van de complexen 151 woningen Westeinde en 76 woningen Vestkant/Vestingstraat, zodat ze voor het nu aan de orde zijnde complexen geen soulaas zullen kun nen bieden. Daarvan uitgaande zal de gemeente derhalve 25$ van 65.809,08 16.450, bij moeten passen. Dit bedrag moet overigens als het resultaat van een zeer voorlopige becijfering worden beschouwd. In de concept-begroting 1974 van het woningbedrijf A is in de dekking van het uit de renovatie van dit complex voortvloeiende tekort voorzien. De betrokken bewoners zijn destijds over de onderhavige plannen, zowel schrif telijk als mondeling, uitvoerig geinformeerd. Daarbij zijn zij ook in de ge legenheid gesteld vragen te stellen en eventuele wensen kenbaar te maken waar mede, indien telefonisch mogelijk en financieel haalbaar, zoveel mogelijk rekening is gehouden. Zoals reeds is gesignaleerd, voorziet het plan in de sloop van twee woningen, n.l. Hazelaarstraat 2 en Kastanjestraat 7. Uit de ter visie gelegde situatie tekening blijkt, dat hierdoor de zo noodzakelijke vergroting van de aangren zende percelen wordt verkregen. Aanvankelijk heeft het in de bedoeling gelegen twee typen woningen te creëren, t.w. een met een grotere en een met een kleinere aanbouw. Dit heeft echter, gezien de hoge kosten en de kleine achtertuinen, hij de hoofdingenieur-direc teur van de volkshuisvesting en de bouwnijverheid geen genade kunnen vinden. Ten einde op basis van r^ële cijfers met genoemde hoofdingenieur-directeur over de door hem aangebrachte correcties en toegepaste verlagingen te kunnen gaan praten, hebben wij inmiddels een onderhandse aanbesteding uitgeschreven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 1152