-8- Een voorlopige opstelling van de kosten 1971 geeft een totaalbedrag te zien van 10.714.703,18. Uitgaande van het in principe, aangenomen bij de begroting 1971, dat 8<$ van deze kosten in 1971 in de vorm van de uitkering sociale zorg door het rijk zal worden vergoed kan de uitkering worden berekend op 8.571.762,54. In tegenstelling tot de raming in de begroting wordt de uitkering 1971 be rekend over 8Cf£ van het gemiddelde van 2 x de kosten 1969 en 1 x de kosten 1970 x de vermenigvuldigingsfactor 0,95. Be uitkering 1971 kan derhalve worden gesteld op 8.354.476,03. Uit bovenstaande berekening blijkt dat de uitkering 1971 tot een bedrag van 217.286,51 blijft beneden de 8Q?S-norn van de werkelijke kosten 191 Inmiddels is bij circulaire van de minister van binnenlandse zaken d.d. 15 juli 1972 de vermenigvuldigingsfactor verhoogd met 0,02 tot 0,97 op grond van nader bekend geworden gegevens. Hierdoor wordt een hogere uit kering verkregen van 175.883,71. De uitkering blijft als gevolg hiervan nog 41.402,80 beneden de 8($-norm. Ad.a.3. Uitkering verfijning monumenten. De uitkering voor 1970 bedroeg reeds 229.873,91. Vaststelling van subsidiabele kosten in 1970 voor het eerst doorwerkend in de uitkering 1971, leidde tot een verhoging van de uitkering net 1.296,zodat de definitieve uitkering 1971 231.169,91 bedraagt. Ad b. Belasting-uitkering. Op grond van de wet van 24 december 1970 tot wijziging van de bepalingen inzake de gemeentelijke en provinciale belastingen is de belastinguitke ring uit het gemeentefonds komen te vervallen. Ad c. Uitkering lager ondervi.13. Eet voordelig verschil ad 111.898,31 kan als volgt worden gespecificeerd: BegrotingRekeningVerschil 1.a. stichtirgs- en inrich tingskosten 1.754.340,— 1.912.870,— 158.530,— b. exploitatiekosten per lokaal 1.297.100,— 1.365.525,— 68.425,— c. exploitatiekosten per leerling 1-290.540,— 1.283.789,6.751,—

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 118