aan de raad der gemeente Breda bijlage nr. S-t/1635 4 juli 1973 Voorstel van burgemeester en wethou ders tot het voeren van een rechts geding tegen de Staat der Nederlanden. Na gepleegd overleg met ons college heeft de garnizoenscommandant destijds een route aangewezen, die zware militaire voertuigen moeten volgen om het militaire oefenterrein te bereiken. Tot deze route behoren de volgende wegen: de Julianaiaan,de Graaf Hendrik III-laan, de Willem van Oranjelaan, de Duivelsbruglaan, de Bouvignelaan, de Galderseweg, de Zwaantjesweg en de Karellenweg. Medio 1970 werd door de dienst van openbare werken een meer dan normale schade geconstateerd aan de klinkers van verschillende van bovengenoemde we gen. De schade bestaat hierin, dat verschillende klinkers vergruisd of ge scheurd zijn. Deze schade is ontstaan doordat de rubberpads van de rups banden van de zware militaire voertuigen niet juist waren afgesteld. Het herstel van de schade zal volgens een globale kostenraming een bedrag van 85.764,vergen. Toen het overleg tussen de dienst van openbare werken en de afdeling claims van het ministerie van defensie niet tot overeenstemming leidde, hebben wij begin dit jaar de Staat der Nederlanden aansprakelijk gesteld voor de gele- den schade. Het hoofd van de afdeling claims van het ministerie van defensie heeft bij schrijven van 24 januari 1973 aan ons college bericht, dat het T Rijk te dezer zake geen aansprakelijkheid erkent.Onze brief met aansprake- lijkheidsstelling alsmede de zoëven vermelde brief hebben wij voor U ter visie gelegd. Aangezien wij van mening zijn, dat door het rijk ter zake van vernieling van plaveisel van bij de gemeente in beheer en onderhoud zijnde wegen ten opzichte van de gemeente een onrechtmatige daad is gepleegd hebben wij pro fessor mr. W. van Wijmen naar diens mening gevraagd. Prof. van Wijaen heeft j ons college geadviseerd*) de Staat dei Nederlanden in rechte aan te 3preken tot vergoeding van de onderhavige schede.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 1193