aan de raad der gemeente Breda bijlage nr. 266 st/7322 27 juni 1973 Voorstel van burgemeester en wethou ders tot het voeren van een rechtsge ding tegen de N.V. Preservenbedrijf Ettensebaan 10 te Breda. Door de dienst van openbare werken werd aan de riolering in de Ettense baan bij de aansluiting van het Preservenbedrijf schade vastgesteld. De riolering was ter plaatse gedeeltelijk vergaan en gedeeltelijk zo danig aangetast, dat tot vernieuwing moest worden overgegaan. Volgens een overlegde kostenspecificatie* heeft de schade 67.745*15 bedragen. Naar de oorzaak van de aantastingen van de riolering hebben wij een onder zoek laten instellen door Koning en Bienfait N.V., proefstation voor louw- materialen en bureau voor chemische onderzoekingen te Amsterdam en docr de leverancier van de rioolbuizen, Martens Beton Oosterhout N.V. Uit de uitgebrachte rapporten* blijkt, dat het beton waarvan de buizen vervaardigd werden van onberispelijke kwaliteit is en dat de aantastingen zijn veroorzaakt door lozingen van te heet koelwater. Als verantwoordelijk voor de aangerichte schade moet gezien worden de N.V. Preservenbedrijf gevestigd aan de Ettensebaan 10 te Breda. Bij ons'schrijven d.d. 17 januari 1973* hebben wij genoemd bedrijf aan sprakelijk gesteld voor de aangerichte schade. De N.V. Preservenbedrijf heeft bij brief d.d. 5 februari 1973* aan ons college laten weten, dat zij haar aansprakelijkheid in deze niet erkent. Wij hebben daarop aan professor mr. van Wijmen verzocht aan de hand van de de geproduceerde stukken te willen nagaan of de gemeente naar zijn mening een redelijke kans maakt om haar vordering in een civiele procedure toege wezen te krijgen. Hij heeft op ons verzoek positief gereageerd*') Op grond van het vorenstaande stellen wij U voor te besluiten tegen de N.V. Preservenbedrijf een rechtsgeding te voeren en haar aan te spreken tot

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 1197