aan de raad der
gemeente Breda
c<
o e
bijlage ar. 270
•P/20041
23 mei 1973
Voorstel van burgemeester en wethou
ders tot vaststelling van een over-
legverordening.
i
I ;4
I
In het kader van de herziening van de rechtspositieregelingen van het per
soneel in dienst van deze gemeente is er behoefte aan een herziening van de
bestaande verordening regelende het georganiseerd overleg in de gemeente
Breda d.d. 12 december 1951. Uitgangspunt bij deze herziening is geweest
het model voor een Overlegverordening zoals opgesteld door het centraal or
gaan van de gemeenschappelijke regeling inzake gemeentelijke personeelsaan
gelegenheden. Het aantal wijzigingen ten opzichte van dit model is zo be
perkt mogelijk gehouden. Slechts op drie punten is ervan afgeweken, namelijk
in artikel 2, tweede en vierde lid, en in artikel 5.
Artikel 2, tweede lid, bepaalt omtrent de grootte van de vertegenwoordiging
uit Uw raad dat zij uit vier leden bestaat; het model spreekt van drie. Cm-
dat Uw raad tot op heden steeds vier leden in deze gemeentelijke vertegenwoor
diging heeft benoemd, is tot dit hogere aantal leden besloten.
In artikel 2, derde lid, is overeenkomstig het model van het centraal orgaan
bepaald dat de vertegenwoordiging van de vakorganisaties per centrale ge
schiedt, waar tot nu toe een vertegenwoordiging per organisatie gold. In een
nieuw artikel 2, vierde lid, is echter de mogelijkheid geschapen voor een
vertegenwoordiging per organisatie, wanneer deze een bepaald aantal leien
heeft.
De reden hiervoor is geweest de reeds lang in Breda op dit punt bestaande si
tuatie, welke rechtstreeks verband houdt met de leden-aantallen van de ver
tegenwoordigde organisaties.
.In artikel 5 is'de taakomschrijving van het model ("alle onderwerper, behoren
de tot de arbeids- en dienstvoorwaarden van de ambtenaren") gewijzigd in die
welke men leest in het model ambtenaren-reglement van het centraal orgaan en
in het algemeen rijksambtenaren-reglement.
Wij attenderen U nog op de volgende wijzigingen: