net ingang vsn 1974 volledig ingevoerd. Op grond van nadere gegevens van het ministerie van binnenlandse zaken kan thans de uitkering voor 1974 worden gesteld op 1.200.000, De hogere winstuitkering van het energie- en waterbedrijf kan tot een bedrag van 600.000,worden verklaard uit hogere opbrengsten door tariefverho ging dan bij de prognose van maart wa3 aangenomen. Eet resterende verschil ie de resultante van oen groot aantal wijzigingen in de veelheid van ramingen die bij een prognose van een winstcijfer van een bedrijf al3 het onderhavige moeten worden gesteld. Bij de opstelling van de concept-begroting kon van meer recente gegevens met betrekking tot onder neer de te verwachten omzet en de kosten worden uitgegaan. Overigens merken wij nog op dat bij de bepaling van de winstuitkering naast het streven naar een zo hoog mogelijke winst, uitdrukkelijk is uitgegaan van een bedrijfseconomisch verantwoorde exploitatie van het bedrijf, alsmede van een tarievenbeleid dat zich binnen de gebruikelijke kaders van uniformi teit ten opzichte van de tariefstellingen bij gelijksoortige bedrijven be weegt. In de budgettaire capaciteit van 59.734.491,i3 tot een bedrag van 691.000,rekening gehouden met een meeropbrengst van belastingen door tariefverhoging. Deze meeropbrengst zou als volgt kunnen worden gerealiseerd. i tariefverhoging meeropbrengst Secretarieleges, rechten burgerlijke stand 10$ 34.000, Bouwleges 10$ 50.000,— Karktgelden 0,10 per m1 12.000, Havengelden 0,01 per m3 4.500, Hondenbelasting 5,per hond 28.000, Personele belasting 100 opcenten "268.000, Straat- en rioolbelasting 3 punten "330.000. ƒ726.500,— In de uitwerking van onze voorstellen is rekening gehouden met deze meerop brengst van 726.500,Dit betekent niet dat nu reeds over deze maat regelen van Uw raad een concreet besluit wordt gevraagd. Wel is het nodig, dat nu reeds het totaalbedrag van de te nemen maatregelen wordt vastgesteld. Over de wijze waarop dit bedrag moet worden verkregen kan in een later stadium worden beslist. Dit zou zoal3 gebruikelijk het best bij de eindbehandeling van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 1254