Batig Nadelig 1969 148.000,— 1970 "1.098.000,— 1971 "1.276.000,— 1972 "2.875.000,— De saldi-reserve bedroeg per 1 januari 1973 zonder rekening te houden net het nadelig saldo van de rekening over het jaar 1972 5.396.978,Na verwerking van het rekeningsresultaat over 1972 en de consequenties van raadsbesluiten tot en met juni 1973 zal de saldi-reserve zijn gedaald tot 3.665.031,—. 2.Da reserves zijn na aftrek van de beschikkingen ten behoeve van Eet Turf schip, het Hoogspoor en de wijkverwarming nagenoeg op. 3.De onderhandelingen met het Waterschap West-Brabant omtrent overdracht van de R.W.Z. bevinden zich nog in een beginstadium. 4.De belastingheffing in Breda overschrijdt reeds enkele jaren de minimum norm die wordt gehanteerd bij het aanvragen van een aanvullende bijdrage. Deze overschrijding bedraagt in de voorliggende begroting 1974 rekening hou dend met de verhoging van de normen als aangegeven in de circulaire van 31 juli 1973 van de minister van binnenlandse zaken 1.377.000,Bij accep teren van de voorgestelde tariefverhogingen wordt deze overschrijding met 907.000,verhoogd tot 2.284.000, 5.Een positieve factor is voor Breda de invoering van de verfijningsregeling historische stadskernen. Op grond van deze regeling zal zoals hiervoor bij de bespreking van de budgettaire capaciteit reeds is vermeld in 1974 een uit kering van f 1.200.000,worden ontvangen. Conclusie. De budgettaire situatie van Breda is dusdanig, dat ruimte voor nieuw beleid nagenoeg geheel gevonden zal moeten worden door herstructurering van het uit gavenpatroon. De financiële consequenties van het dalend inwonertal zijn hier mede debet aan. In hoeverre de aangekondigde verbetering van de verfijningsregeling ongewoon bovolkingsverloop verbetering in deze situatie zal brengen moet worden afge- Niet-sluitende begroting. In ons meer aangehaald voorstel van 16 maart 1973 bijlage 119 hebben wij gesteld,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 1257