bijl. nr. 282
-3-
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 16 augustus 1973)
Mevrouw Paulnssen: mede om in de toekomst een oordeel te kunnen vormen
over het cultuurbeleid in het algemeen en het schouwburgbeleid in het
bijzonder is het van belang de opvatting van het college over de NX7-
kunstkring te vernemen. Onder verwijzing naar een publicatie in De
Stem van heden verzoek ik Uw college ons volledige informatie over deze
kwestie te verschaffen.
ANTWOORD
De aankoop van het gebouw Concordia in 1962 en de instelling van de stads'
schouwburg zijn de directe aanleiding geweest na te gaan of het toenterti
bestaande uitkoopsysteem nog doelmatig functioneerde. Traditioneel werd
het schouwburgleven namelijk gedragen door eigen groeperingen, die er
prijs op stelden in eigen milieu voorstellingen te brengen en'uit te gaan
De bestaande uitkoopverenigingen (Vereniging Concordia, Stichting Podium
K.A.B.-Kunstkring en Vereniging H.K.I.) werden uitgenodigd deel te nemen
in een gemeenschappelijk overleg, de zgn. coördinatiecommissie, later de
Raad voor Beroepskunst. Uitgangspunt van de gesprekken was zoveel moge
lijk bewoners van stad en omgeving in de gelegenheid te stellen kennis te
nemen van culturele uitingen, hetgeen betekent een breed samengesteld
program tegen prijzen, die objectief bezien geen belemmering moeten zijn
voor het publiek,
Reeds in het seizoen 1962/1963 werden onder gezamenlijke verantwoordelijk
hêid van de uitkoopverenigingen een aantal vrije voorstellingen gebracht.
In het seizoen 1963/1964 kon het vrije programma dusdanig worden uitge
breid dat de uitkoopverenigingen Podium en H.K.I. besloten de eigen
activiteiten te staken. De vereniging Concordia, financieel onafhankelijk
bleef haar eigen programma brengen. In de loop van de volgende jaren
is er een zodanige samenwerking gegroeid, dat de eigen activiteiten van
de vereniging Concordia meer het open schouwburgbeleid ondersteunen dan
dat er sprake is van een eigen uitkoopvereriging.
Het bestuur van de K.A.B.-Kunstkring, later N.K.V.-Kunstkring, meende dat
een volledige integratie van haar activiteiten met zich zou brengen dat
vele van haar leden de schouwburg niet meer zouden bezoeken. Op grond