GEMEENTE BREDA 4-0o vetvolcblod GEMEE dat indien de exploitatie ten la3te van de stichting -en dus ton laste van het bedrijfsfonds- wordt voortgezet, ingevolge het bepaalde in artikel 9 lid 6 de participantenleningen volgens de in dat artikel opgenomen verdeel sleutel in bijdragen h fonds perdu worden omgezet. Bij de limitering van het fonds (artikel 10 lid 1) is uitgegaan van de gedachte die reeds hiervoor (punt 3.1 sub d.) is uiteengezet: do omvang moet in verband blijven staan met het risico dat de stichting loopt. Zoals daar reeds werd gezegd, is dit risico het grootst in het derde en het vi' jaar van de eerste huurtermijn, d.w.z. gemiddeld 1y jaar voor het einde va: die termijn. Op basis van de geschatte jaarlijkse exploitatiekosten bij voortzetting is het bedrijfsfonds gelimiteerd op 750.000,n.l. 1-j- x 500.000,De in lid 2 van artikel 10 voorziene indexering van 3$ over het limietbedrag (dus niet samengesteld) is naar onze mening redelijk. Zoals ook onder punt 3.2. ad B (huur) werd vermeld, is overeengekomen, dat het bedrag, waarmede in enig jaar de omvang van het bedrijfsfonds de dan geldende limiet overschrijdt, als huur aan de gemeente wordt uitbetaald: dit past in het kader van de gedachte t.a.v. de "uitgestelde huur". D. De kosten der stichting (artikel 11 Onder dit hoofd zijn twee kostensoorten begrepen: a. de normale kosten der stichting; b. de bijdrage aan de congresdienst. In punt 3.1 sub e. werd reeds gesteld, dat de zelfstandige functionering der stichting en het terugdringen van de gemeentelijke financiële betrokke: heid budgettering van de kosten der stichting eisen. Deze budgettering stuit echter op enkele problemen: eensdeels zijn de normale kosten der stichting relatief gering van omvang, doch thans moeilijk te bepalen, an derzijds is de bijdrage aan de congresdienst beter bepaalbaar, doch hier doet zich het probleem voor, dat de initiële kosten van deze dienst hoger zijn dan de doorlopende (zie hierna onder G. Congresdienst). Om deze redenen is gekozen voor een budgettering van deze kosten over een periode van vijf jaren. Binnen deze periode en binnen het aangegeven bedra; van 325.000,kan de stichting zelfstandig haar beleid terzake bepalen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 12