bijl. nr. 297
-8-
in het totale bestand werkloze mannen aan het begin van dit jaar AA% be
droeg. Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat dit cijfer geldt voor het
gewest Breda en niet voor de gemeente.
Hieruit blijkt duidelijk dat de pendelaar een sterke stempel drukt op de
werkloosheidscijfers en dit weegt des te zwaarder ten tijde van recessies.
Indien de arbeidsmarkt in de randstad niet de vroegere arbeidscapaciteit
vraagt, is het waarschijnlijk dat men te maken krijgt met langdurige werk
loosheid onder deze categorie werknemers. Indien echter de pendel de omvang
van het einde der jaren zestig weer bereikt of zolang daar uitzicht op be
staat, zijn de pendelaars nauwelijks te beschouwen als een structureel on
derdeel van het plaatselijk arbeidsaanbod.
Ons college is van mening dat werkgelegenheidspolitieke maatregelen ter
bestrijding van' de eventuele langdurige werkloosheid onder pendelaars'op den
duur gezocht worden in verbetering van de structuur en de omvang van de werk
gelegenheid.
10.Resumé en beleidsvoornemens.
10.1 .ïïitf-ancsrunten.
Aan dit preadvies hebben twee nota's ten grondslag gelegen, één van de socio
grafische dienst en é<?n van do directeur van het gewestelijk arbeidsbureau.
In de nota van de sociografische dienst is uitgegaan van de situatie op de
gemeentelijke arbeidsmarkt; de directeur van het G.A.B. heeft vanuit zijn er
varingen aangegeven in hoeverre de arbeidsreserve in het gewest Breda gezien
kan worden als een reëel aanbod.
10.2.Resumé.
Uit de nota van de sociografische dienst, alsmede de gegevens verstrekt door
de directeur van het C.'A.B., valt af te leiden dat de werkgelegenheidsgroei
in de gemeente er zorg voor kan dragen dat de beroepsbevolking ook in de
komende jaren een-arbeidsplaats kan worden aangeboden, mits;
- de groei niet wordt geremd/verhinderd door het gebrek aan werkterrein, zo
als nu in feite het geval is;
- nieuwe bedrijven zich vestigen en de ontwikkeling actief wordt begeleid, bij
gestuurd c.q. versneld.
In het voorgaande is vastgesteld:-
a. er is een ernstig tekort aan industrieterrein.
b. De tertiaire sector is in de jaren 1963-1970 in Breda minder sterk gegroeid
dan het landelijk percentage, terwijl de werkloosheidscijfers indicaties