bijlage nr. 310
-3-
ontwikkelingen. In de raden van de gemeenten Teteringen en Terheijden is
de brief van g.s. aan de gemeentebesturen reeds behandeld. In alle rand
gemeenten is de brief onderwerp van gesprek.
Het komt ondergetekenden dan ook onjuist voor, dat de raad van Breda van
bovenbedoelde brieven nog geen kennis heeft kunnen nemen, laat staan zich
een mening vormen.
Vragen.
1Kan het college op korte termijn afschriften van de brieven van g.s. aan
Breda en de randgemeenten, aan de raadsleden toezenden?
2. Heeft het college over de planologische ontwikkelingen in Breda en de
randgemeenten met g.s. overleg gehad, dat eventueel heeft gevoerd tot
het verzenden door g.s. van bovenbedoelde brieven?
ANTWOORD
In antwoord op "uw brief van 6 oktober 1973 in het kader van artikel 40
van het reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad
delen wij U het volgende mede.
1Zoals bekend ligt het in de bedoeling de problematiek met betrekking
tot de Haagse Beemden nog in 1973 in de gemeenteraad aan de orde te
stellen. De brieven van gedeputeerde staten hebben eveneens op deze
problematiek betrekking.
Wij menen, dat thans volstaan kan worden deze brieven ter kennisneming
van de gemeenteraad te deponeren.
2. Of de gevoerde gesprekken met het college van gedeputeerde staten over
de planologische ontwikkelingen in Breda tot het verzenden van deze
brieven door genoemd college heeft geleid, is ons niet bekend.
VRAAG, ingevolge artikel 40, 2e lid van het reglement van orde.
Do heer R. Sandbar,»:: Meerdere leden van de raad kunnen zich niet aan do
indruk onttrekken dat alle roep om inspraak, openbaarheid en democrati
sering ten spijt, de besluitvorming over belangrijke zaken m.b.t. onze
gemeentelijke samenleving een zaak is die in een steeds kleinere er. ge-
slotener wordend gezelschap wordt afgehandeld.