bij bijl. nr. 312
-2-
2. Artikel 11 wordt gelezen als volgt:
De directie plaatst watermeters waar zij zulks nodig of wenselijk oordeelt.
Voor watermeters met een capaciteit van 3 en 5 m3- per uur is geen meterhuur
verschuldigd. De huur voor de overige meters bedraagt:
Nominale aanduiding
Doorgangswijdte
7 m3 per uur
1"
15,—
10 m3 per uur
1-r"
21,—
20 m3 per uur
1|"
0
1
1
50 mm.
2"
80,—
80 mm.
3"
93,96
100 mm.
4"
108,—
125 mm.
5"
140,52
150 mm.
6"
168,—
200 mm.
8"
200,—
250 mm.
10"
333,96
50 mm. bijpas
2"
152,04
80 mm. bijpas
3"
183,96
100 mm. bijpas
4"
230,04
125 mm. bijpas
5"
255,96
150 mm. bijpas
6"
345,96
200 mm. bijpas
8"
432,—
250 mm. bijpas
10"
518,04
De doorgangr.wijdte der te plaatsen meters wordt door de directie bepaald.
Alle schade aan de meter veroorzaakt is voor rekening van de verbruiker.
Aan de ambtenaar, belast met het opnemen van de meterstand, moet vrije
toegang tot de meter worden verleend.
ARTIKEL 2
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 Januari 1974.
F1/Ï5734
4e.
Aldus besloten in de openbare vergadering
van
De raad voornoemd,
voorzitter.
secretaris.