bijlage nr. 320
Alles overziende kozen wij dus totaal terug van de zienswijze die wij in septem
ber 1971 hadden en stellen U thans voor te kiezen voor de waardemaatstaf. V/ij
tekenen hierbij nog aan dat de voorbereidingswerkzaamheden voor de opbouw van
gogc-vena, zonder overbodig werk to doen, konden worden voortgezet zonder bin
ding aan do keuze van de maatstaf.
In Uw vergadering van oktober 1971 is gevraagd aandacht te besteden aan regional!
samenwerking op het punt van deze belastingheffing. Wij merken ten aanzien hier
van oc dat raar or.ze mening het belang van zoveel mogelijke gelijkgerichtheid ee:
raiser gebied omdat dan de regio Breda. We denken hierbij aan het gebied van het
Waterschap' West-Brabant en zelfs aan geheel Midden en West-Brabantaar; het
grote waterschap,omdat ook dat gelijksoortige gegevens (eigenaren en gebrui j)
nodig heeft en nar. West- en Midden-Brabant met het oog op computerverwerking.
Er is daarom een werkgroep opgericht - waaraan ook Breda deelneemt en waarin ge
meentelijke en waterschaps-belastingdeskundigen zijn opgenomen alsmede computer
deskundiger. - die tot taak heeft de gemeenten en de waterschappen in West- en
M-d-ier.-Brabart via het comrjutersamenwerkirgsverbnr.d tc adviseron omtrent deze
nieuws belastingheffing. Be werkgroep heeft inmiddels haar eerste interim-rappor
uitgebracht en wel over de keuze van de grondslag. Zij adviseert de waardemaatst!
te kiezen; dit advies wordt binnenkort verzonden. Als het tijdig binnen is, zal
het nog bij dit vooi'3tei in de leeskamer ter vi3ie worden gelegd.
Be waardebepaling.
Wij stellen ons voor bij de waardebepaling uit te gaan van de belastbare opbrengt
volgens het kadaster. Dit is eer. aanwezig gegeven; vanuit dit gegeven kan tot ee:
eerste waardebepaling worden gekomen, waarna middels het systematisch aanbrenger,
van verfijningen en correcties tot een steeds juistere waardering kan worden ge
raak i
Aar. hst nemen van een vast uitgangspunt, te weten de belastbare opbrengst volger:
het kadaster, zien wij als voordelen op de eerste plaats dat het een direct be
schikbaar gegeven is en op de tweede plaats dat voor allo soorten onroerend goeó
vanuit eenzelfde vertrekpunt tot de maatstaf wordt gekomen.
Hoofdstuk IV.
Pp b„?1c,rk:>g van de b^lastlrrhoffng tot do gebouwde onroerende
na:.horigheden.
Artikel 273 van de gemeentewet biedt de mogelijkheid tot belastingheffing van on|
roerend goed, zowel van woningen als van niet-woningen, alsmede van de grónd, me'
uitzondering van: