a bijlage nr. 320 _10_ wordt daardoor verlaagd en wel zodanig dat deze verlaging in totaal gelijk is aan de opbrengst van do rioolretributie te weten 2.296.192, Vij hebben in dit voorstel daarom verwerkt het omzetten van de rioolbelasting in een ricolretributie. Op deze wijze blijft ook het verband bewaard dat al tijd bestaan heeft tussen rioolbelasting en rioolrecht. Het rioolrecht vervalt namelijk niet door de invoering van de onroerend-goedbelastingen. Eet definitieve voorstel daartoe met formulering van de heffingsverordening zal U in Uw eerstvolgende vergadering worden aangeboden. Thans is een principebesluit van Uw raad voldoende. Hoofdstuk VI. Se vrijstellingen. De wet schrijft enkele vrijstellingen voor. De gemeenten zijn vrij gelaten hier andere aan toe te voegen. Vri stellinr~r'-t\ Eet laatste lid van artikel 273 verwijst naar de algemene maatregel van bestuur met betrekking tot de in de verordening op te nemen vrijstellingen. Volgens dit besluit dienen de kerken en gebouwen voor openbare bezinningsbijeenkomsten te worden vrijgesteld van de gobruikersbelasting, echter niet voor die gedeelten dia tot woning dienen. Ia artikel 7 van de ontwerp-verordening worden de vrijstellingen geregeld. In het 1e lid zijn de kerken en gebouwen voor openbare bezinningsbijeenkomsten vrijgesteld van beide belastingen, terwijl deze vrijstelling niet geldt ten aan zien van tot woning dienende gebouwen of gedeelten daarvan. De in het 2e lid opgenomen vrijstelling is om praktische redenen opgenomen. Ten aanzien van de vrijstellingen is dezelfde lijn aangehouden als bij de straat- en rioolbelasting in het verleden is gevolgd. Hoofdstuk VII. De opbrengst der belastingen en tariefstelling. A. Inleiding. De opbrengst van de heffing van de eigenaren mag niet hoger zijn dan 15$ van de algemene uitkering uit het gemeentefonds (inclusief de eventuele verfijningen en aanvullende uitkering) verminderd met de factor sociale zorg. De opbrengst van. de heffing van gebruikers is begrensd tot 12$ van deze uitkering. Deze limieten zijn ingevolge.de wet in zoverre niet absoluut, dat hiervan in bij zondere gevallen kan worden afgeweken. Indien de huidige opbrengst van de heffin gen hoger is dat die van de nieuwe belasting is van een bijzonder geval sprake en zal de limiet op een hoger bedrag worden vastgesteld. IV.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 1470