1 -10- lijk ia bijlege nr. 320 -11- laating at al- vorvalt Bij circulaire van 4 mei 1973 heeft de minister van binnenlandse zaken bericht dat bij de beoordeling van de vraag of de gemeente de limieten ter zake van de heffing van eigenaren en gebruikers mag overschrijden niet alleen rekening zal worden gehouden met de opbrengst van de huidige gemeentelijke heffingen, doen ening zal cipebesluit ook met de rijksopcenten op de grondbelasting respectievelijk op de personele belasting. Onderstaand volgt een overzicht van de capaciteit der onroerend-goedbelastingen, berekend over de jaren 1974 en 1975 waarbij wordt aangegeven onder: I. het totaal van de algemene uitkering uit het gemeentefonds, waarop de per aten hier centages van 12^ respectievelijk 15/° worden toegepast; II. de limieten van 12^ en 15/^ (maxima behoudens ontheffing); III. een overzicht van bij de invoering van de or.ro er end-goed be las tingen ver vallende personele belasting (gebruikers) grondbelasting en straat- en n bestuur rioolbelasting (eigenaren). lgens dit Dit totaalbedrag zal minimaal door de onroerend-goedbelastingen moeten wor aten te den opgebracht, wil de gemeente niet in inkomsten achteruit gaan. deelten diu IV. De nog aanwezige ruimte c.q. overschrijding in verband met de limiet. eld. (Voor het overzicht zie pagina 12 en 13). nkomsten t ten aan- omen. de straat- n van de rfijningen deze uitkering li ervan in bij van de heffin- jeval sprake en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 1471