bijlage nr. 320 -14- üit bovenstaand overzicht blijkt dat het totaal van de heffingen van de eige naren 769.432,uitgaat boven de limiet. 3ij do gebruikersheffing is volgens dit overzicht een ruimte van 2.370.811, aangenomen dat de gebruikersheffing niet meer opbrengt dan de personele belasting. De totale heffing door rijk en gemeente samen van gebruikers en eigenaren bedraagt bij de oude belastingen 2.966.597,7.441.192, De wegvallende inkomsten bij de gemeente van gebruikers en eigenaren bedragen 2.727.285,6.536.197, Zonder verzwaring van de belastingdruk kan derhalve voor de gemeentekas een meeropbrengst worden verkregen van 10.407.789,— 9.265.482.— 1.144.307.— Deze meeropbrengst komt niet ten laste van de Bredase belastingbetalers; bij in ring van de onroerend-goedbelastingen vervallen namelijk de rijksopcenten op de grondbelasting en personele belasting tot een bedrag van f 904.995,239.312,— f 1.144.307,—. Deze rijksopcenten mogen in do onroerend-goedbeiastingen worden verwerkt. Do meer opbrengst wordt gecompenseerd door het wegvallen van de rijksopcenten. Voor beide tariefstellingen, namelijk voor de eigenaren- en voor de gebruikers- heffing geldt als grondslag de waarde welke aan het onroerend goed in het econo mische verkeer kan worden toegekend (artikel 2 ontwerp-verordening). 2en nadere aanduiding van wat onder dit begrip moet worden verstaan is opgenomen in artikel 5, 1e lid van het besluit, dat in artikel 4 van de ontwerp-verordening is verwerkt. De bepaling van het tarief voor nieuwe heffingen is eveneóns gebonden aan wette lijke voorschriften. Artikel 10 van het hiervoor aangehaalde besluit zegt dat het tarief moet worden bepaald op een vast bedrag voor elke volle 3.000,van de heffingsgrondslag en dat het tarief voor het overige niet in klassen mag worden ver deeld.. B. Tariefstelling eigenarenhefflr.g. Voor do berekening van het tarief moet worden uitgegaan enerzijds van de totaal som van de waarde van alle percelen en anderzijds van een gewenste opbrengst van 7.441.192,—. De totaalsom van de waarde van alle gebouwde eigendommen is aan de hand van voor handen zijnde gegevens voor de straat- en rioolbelasting geraamd op 2.152.707.000,- Eet spreekt voor zich dat in dit stadium de raming van dit bedrag een benadering is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 1474