bijlage nr. 320
-15-
Het tarief bedraagt dan voor de eigenaren 10,57 voor elke volle 3.000,van
de heffingsgrondslag:
x S 10,37 - 7.441.190,-).
3.000
Door dit tarief te hanteren wordt do limiet (15/^) eet 769.432,overschreden
en eventuele belastingverhoging geblokkeerd totdat de liniet, door verhoging van
de algemene uitkering, de hoogte van de belastingheffing heeft verkregen. Dit
alle3 in de veronderstelling dat dispensatie wordt verkregen voor overschrijding
der limiet. Dit kan, volgens de wet "in bijzondere gevallen". Wat een bijzonder
geval is, zegt de wet niet. Wel kan uit de parlementaire behandeling werden afge
leid dat er van een bijzonder geval sprake zou kunnen zijn, indien volgens de oude
heffingsregelingen al meer geheven wordt dan bij do heffing van do nieuwe belas
tingen volgens de limiet mogelijk zou zijn.
Dit standpunt i3 verruimd in een circulaire van de minister van binnenlandse zaken
van 4 mei 1973. Deze circulaire ligt tor inzage.
Volgens het overzicht capaciteit onroorend-goedbola3tingen blijkt dat ce oude hef
fingen, inclusief de rijksopcenten, het toegelaten maximum met 769.432,over
schrijden. Of de minister boreid i3 dit als een "bijzonder geval" te bebeschouwen
is niet zeker. Het ligt echter wel in de rede dit te mogen verwachten daar "dit
ruimere standpunt bezien moet worden tegen de achtergrond van de omstandigheid dat
de desbetreffende wetswijziging een uitbreiding van het gemeentelijk belasting
gebied beoogde."(Aanhaling uit de circulaire van 4 mei 1973).
Wij zijn echter van mening, dat het de voorkeur verdient do heffing binnen het toe
gestane maximum te houden.
Dit i3 mogelijk door do straat- en rioolbelasting te splitsen en het onderdeel
"rioolbelasting" er uit te lichten. De rioolbelasting wordt dan geheven als retri
butie, het totaal van de gewenste opbrengst wordt minder en komt ta ligger, beneden
de limiet.
De opbrengst van de rioolbelasting 2.296.192,bohooft niet te vervallen in
dien doze als rotributio wordt geheven (Zio hierboven or.dor hoofdstuk V).
Bovendien wordt de bela3tingcapaoitoit van da gemeente Breda gelijkgesteld met ge
meenten, waarin voor de riolering wbl een retributie wordt govraagd, zoals bij
voorbeeld in do gemeenten Rotterdam,Haarlem, Utrecht, Eindhoven, Groningen, Hilver-
oum en Hoorlen.