bij bijlage nr. 320
-5-
2. Het eerste lid is niet van toepassing, indien redelijkervijs moet worden
aangenomen, dat over dat belastingjaar geen belasting verschuldigd is of
geen aanslag zal worden opgelegd.
Machtiging tot overdracht van bevo-'-dhedpn
Artikel 11.
Burgemeester en wethouders kunnen één of meer gemeente-ambt maren aanvijzen
die in hun plaats treden met betrekking tot de ultvoorir.g vin enige wettelijke
bepaling betreffende de heffing van de belastingen.
Nakoming van varnHohtincen.
Artikel 12.
De verplichtingen, als bedoeld in de artikelen 47, 50 en 5! van de Algemene
wet inzake rijksbelastingen jegens burgemeester en wethoude -s, gelden mede jeeens
de ambtenaren der gemeentelijke belastingen.
Inwerkingtreding en citeertitel.
Artikel 13.
1. Deze verordening treedt in wprking met ingang van 1 januari 1974 er. vindt voer
het eerst toepassing met betrekking tot het belastingjaar dat met 1975 aan
vangt.
2. Deze verordening kan worden aangehaald als "verordening onroerend- goedbelp.s-
tingen 1974/1975-
Aldus vastgesteld door do raad der ge-
meente Breda in zijn openbare verga
dering van
voorzitter.
secretaris.