bij bijlage nr. 1 4
-26-
ding van de bedragen per lokaal en per kleuter bij het. openbaar onder
wijs van respectievelijk 12.654,en 5.850,De verhoging van de
vergoeding per lokaal en per kleuter zijn gecompenseerd door hogere
rijksbijdragen.
De kapitaallasten hebben 29.292,minder bedragen dan was geraamd
als gevolg van het achterblijven van de geraamde investeringen 1971 ter
wijl voor huur van schoolgebouwen en -lokalen 10.105meer is uitge
geven.
De totale inkomsten zijn 57.920,beneden de geraamde opbrengst geble
ven, Dit is hoofdzakelijk het gevolg van een lagere inkomst ad 60.160,
op de post "rentebijschrijving investeringen bouw van scholen, die niet
voor 16 september 1972 gereed zullen komen".
Ad b.
Basisonderwijs.
1. Openbaar basisonderwijs 53.170,53
2. Bijzonder basisonderwijs 225.637,55
1Ouenbaar basisonderwijs.
De jaarwedden van da onderwijzers hebben in 1971 124.477,— meer
bedragen dan bij de begroting 1971 was geraamd.
Deze meerdere kosten worden echter weer gedekt door een hogere ver
goeding van het rijk krachtens artikel 56 van de lager onderwijswet
1920. De stijging ad 53.170,53 ia hoofdzakelijk het gevolg van de
hogere kosten voor de vakonderwijzers 33.546,—) en de kapitaal-
lasten 18.602,—). Op de overige posten van deze paragraaf hebben
geringe meer- en minderuitgaven plaatsgehad, welke elkaar nagenoeg
opheffen.
2. Bijzonder basisonderwijs,
Het nadelig verschil ad 225.637,55 is hoofdzakelijk over de navol
gende posten te verdelen!
1. Vergoeding san schoolbesturen ingevolge artikel 101
2. Kosten van gymnastieklokalen en -terreinen - 62,153,—
278.808,08
(bedrag per leerling)
10.165,—
5. Kosten wegens schoolzwemmen
4. Kapitaallasten
35.234,—
274.899.™
5. Overige materiële uitgaven
6.COO,—