bijl. nr. 322
deze terreinen de gerealiseerde bestemming, gegeven.
Ook is in het ontwerpplan voorzien in een vergroting van het terrein
van de Bredase Lawn Tennisvereniging.
Tot slot laat het plan toe, dat op het binnenterrein tussen de Grieglaan,
Montenspark en de Burgemeester de Kanlaan een drietal vrijstaande
woningen worden gebouwd en dat op hst binnenterrein ten westen van hst
Kontenspark met toepassing van artikel 11 van de wet op de ruimtelijke
ordening enige vrijstaande woningen gerealiseerd kunnen worden. Op
deze bebouwingsmogolijkheden zal hieronder in verband met ingediende be
zwaarschriften nader worden ingegaan.
r- v a ars c'° r i f t e n
Er zijn bezwaarschriften*) ingediend door:
1. L.C. de Bueger, Kozartlaan 17, mede namens andere bewoners van
Ruitersbos;
2. K.A.P. Kezenans en L. Timmers, respsotievelijk wonende Grieglaan 18
en 20;
3. Kej. G en E. Bastiaanssen, Burgemeester Kerstenlaan 11;
4. Ir. MRKobaard, Kontenspark 4; J.E.M. van Iersel, Montenspark 6;
A.F.M. Klep; Kontenspark 8; Th.K. Wiericx, Beethovenlaan 17; Ir.
R.H.V. Sprangers, Beethovenlaan 19.
ad 1.Het bezwaarschrift van L.C. de Bueger is ingekomen op 21 september
1973. In verband met de overschrijding van de beroepstermijn - de
bezwaarschriften konden slechts tot 26 mei 1973 worden ingediend -
ware appellant niet ontvankelijk te verklaren. Een rechtvaardigings
grond voor de overschrijding van de beroepstermijn is naar ons oor
deel niet aanwezig.
ad 2.Appellanten maken bezwaar tegen de bestemming "woningen, klasse
E-B-ï" voor het binnenterrein, gelegen tussen de Grieglaan, het
Kontenspark en de Burgemeester de Kanlaan. Appellanten vrezen, dat
door de bebouwing van het binnenterrein de rustige ligging van hun
tuinen en de privacy zullen verdwijnen, waardoor ook de percelen in
waarde zullen dalen.
Voorts zou er door deze bebouwing geen publiek belang worden gediend
en zouden burgemeester en wethouders in hun brief van 10 juli 1972*)
te kennen hebben gegeven, dat verdichting van de bebouwing in deze om
geving niet wordt voorgestaan. Voorts achten appellanten de stelling
in de toelichting van het ontwerpplan, dat een te extensieve verkave—