bijl.nr. 323 -2- te maken zouden hebben en er per gemeente 3lecht3 zeer geringe subsidie bedragen verstrekt zouden worden; terwijl de relatie tussen de in stelling en de verschillende gemeente praktisch niet aanwezig is. Eet ia in het verleden dan ook weinig doeltreffend gebleken, zowel voor de gemeenten als voor deze instellingen, voor de subsidiëring er van uit te gaan dat een gedeelte van het overheidssubsidie uit de gemeentekas behoort te komen. Dit is dan ook de reden geweest, waarom het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Vferk in 1971 diverse gemeente lijke subsidies heeft overgenomen (bijvoorbeeld bureaus voor levens- en gezinsvragen en maatschappelijk werk voor zwakzinnigen). Eet beleid van het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk is er duidelijk op gericht om te voorkomen dat veel gemeenten met é<5n instelling te maken hebben. Dit in tegenstelling met de mening van de Ammanstichting, die opmerkt, dat het rijk er van uitgaat, dat ook de gemeenten van in woning van cliënten hun bijdrage kunnen leveren. Samenvattend adviseren wij Uw raad het subsidieverzoek van de Ammanstichting af te wijzen. De raadscommissie voor maatschappelijke dienstverlening, sociale zaken en volksgezondheid heeft zich met dit advies kunnen verenigen Burgemeester en wethouders van Breda, Merkx burgemeester. van den Dam secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 1506